„Het gaat goed met Molukse wijk Leerdam”
LEERDAM – Het gaat goed met de inwoners van de Molukse wijk in Leerdam. Met name op het gebied van onderwijs, werk en de financiële situatie is er de afgelopen jaren veel vooruitgang geboekt.
Dat blijkt uit het rapport ”Leven in de Molukse wijk”, dat is samengesteld op basis van interviews met de inwoners. De gemiddelde bewoner heeft andere prioriteiten: „De wijk moet wél Moluks blijven.”
De wijk aan de rand van Leerdam is een zogenaamde ”Bond ex-KNIL-wijk – militairen op weg naar huis”. Hoewel de tijd de scherpe kanten heeft verzacht en de meeste wonden zijn geheeld, zijn er nog altijd bewoners die het streven naar een eigen Molukse staat niet hebben losgelaten. Zij hopen –tegen beter weten in– op een terugkeer naar hun vaderland in de Indonesische archipel.
De wijk telt 112 eenvoudige woningen die rond 1960 werden gebouwd. Anderhalf jaar geleden herdachten de inwoners het feit dat er al vijftig jaar Molukkers in Leerdam zijn.
Alle Molukse gezinnen werd gevraagd mee te werken aan een onderzoek in het kader van het project ”Mensen maken de wijk”. Dat moet de leefbaarheid in Leerdam-West verbeteren. De vraag leidde tot gesprekken op 65 adressen met in totaal 240 bewoners.
Zorgen
Gisteren werden in gebouw Benang Radja de resultaten bekendgemaakt. „We maakten ons zorgen over de wijk. We dachten dat er problemen zouden zijn. Dat bleek niet terecht. Het gaat goed”, aldus onderzoeker Nico Kersten, die was getroffen door de gastvrijheid van de bewoners.
Betrokken
Het onderzoek wijst uit dat de inwoners betrokken zijn op hun wijk en dat veel Molukse kinderen die inmiddels elders in Leerdam wonen, het huis van hun ouders koesteren als familiehuis. „De ouderlijke woning is een ankerpunt, een plek om samen te komen. Men gaat er van uit dat deze woningen altijd in de familie blijven. Hierdoor is voor een deel te verklaren waarom men zo’n waarde hecht aan de Molukse wijk”, analyseert Kersten.
Tegelijk constateren oudere Molukkers dat er in de wijk een manier van leven ontstaat die steeds losser komt te staan van de Molukse identiteit. „De 65-plussers vinden dat de wijk steeds meer vernederlandst.”
Op meer punten is het niet alles goud wat er blinkt in de straten rond het Tamarindeplein. Zo komen er ook in deze wijk steeds meer tweeverdieners. Daardoor komt de zorg voor ouderen en hulpbehoevenden in de knel. „De mantelzorgnetwerken van families zijn aan het verdwijnen”, constateert Kersten.
Geen investeringen
Wat ook opvalt, is dat de Molukkers wel sterk zijn gehecht aan hun woning en hun wijk, maar dat ze nauwelijks bereid zijn te investeren in de kwaliteit van de leefomgeving. Ze vinden dat dit de verantwoordelijkheid is van de gemeente en de woningcorporatie. „Anders dan in andere wijken is men niet snel bereid tot zelfwerkzaamheid.”
Cruciaal voor de Molukkers zelf is de toekomst van de wijk. Tot verbijstering van veel aanwezigen bleek slechts de helft van de ondervraagden het huidige voorkeursrecht –de woningen zijn alleen bestemd voor Molukkers– in stand te willen houden. Een kwart van de ondervraagden vindt dat ook anderen welkom zijn, mits de sfeer in de wijk niet verandert; nog eens 25 procent heeft hierover geen mening.
Emoties
De emoties laaien plotseling op in Benang Raja. „Dat geloof ik niet man; je kletst. Wie heb jij dan gesproken? Dit is een Molukse wijk en dat blijft zo. We willen niet voor de tweede keer worden bedrogen.” Een jongere, gematigder: „De wijk moet Moluks blijven. Ik ben hier gelukkig. Het gevoel is goed. Dat moeten mijn kinderen straks ook beleven.”
Hoewel de onderzoekers volhouden dat hun rapport representatief is, wordt op dit punt hun oordeel in twijfel getrokken. Een van de woordvoerders: „Neem onze opmerkingen mee. Anders wordt straks alleen het rapport gebruikt om beleid te maken.”
Volgens wethouder Groenenberg (ChristenUnie) zal dat zo’n vaart niet lopen. „We leggen jullie niets op. Jullie inbreng staat centraal. Dit is pas een eerste stap op weg naar de toekomst.”