Nieuwe VU-rector Van der Duyn Schouten maakt cirkel rond
AMSTERDAM – Hij is 63 en begint nog aan een nieuwe, zware job. Frank van der Duyn Schouten is per 1 mei benoemd tot rector magnificus aan de VU in Amsterdam. „Ik doe graag iets terug voor de universiteit waar ik zelf heb gestudeerd.”
Op Goede Vrijdag kwam het verzoek binnen. Of prof. dr. F. A. van der Duyn Schouten rector wilde worden van de Vrije Universiteit Amsterdam. „Niet echt een te prefereren moment, maar dat heb je natuurlijk zelf niet voor het uitkiezen”, reageert de hervormde hoogleraar uit Ridderkerk met gevoel voor understatement. „Direct na Pasen heb ik aangegeven dat ik beschikbaar ben. Daarna volgden vele gesprekken, onder meer met de dekanen van de verschillende faculteiten. Dinsdag is mijn benoeming wereldkundig gemaakt.”
U was de feestdagen met de VU bezig?
Lachend: „Nou, dat viel gelukkig mee. Ik kon door de feestdagen juist even afstand nemen van het verzoek.”
Waarom heeft u ja gezegd? U bent 63.
„Een zwaarwegende reden voor mij was het feit dat ik op deze manier iets terug kan doen voor de universiteit waar ik heb gestudeerd en een uitstekende opleiding heb gehad; althans dat vind ik zelf.”
De VU kwam bij u uit. Waarom?
„De raad van toezicht zocht iemand van buitenaf, met ervaring op onderwijsgebied en een oud-universiteitsrector. Dat laatste stond er nadrukkelijk bij in de profielschets. Van zulke mensen lopen er geen honderden rond. Als rector van de Universiteit Tilburg heb ik me destijds nadrukkelijk beziggehouden met het verbeteren van de onderwijskwaliteit. De resultaten daarvan zijn niet uitgebleven. Dat zal ongetwijfeld hebben meegespeeld in de beslissing om mij te benaderen.”
Uw voorganger aan de VU is opgestapt. Waarom?
„De universiteit is bezig met het verwerven van een externe instellingsaccreditatie die in 2014 behaald moet worden. Bij de eerste proef daarmee bleek dat de VU haar onderwijskwaliteit wel op orde heeft, maar dat niet overtuigend kan aantonen aan de buitenwacht. Die constatering heeft tot een interne escalatie geleid, waarbij mijn voorganger zijn portefeuille ter beschikking heeft gesteld.”
U gaat bij een matige universiteit aan de slag?
„Zeker niet. De VU is geen zorgenkindje. De universiteit heeft zich afgelopen jaren wel te veel gericht op de verantwoording van de onderzoeksresultaten, te weinig op die van de onderwijsresultaten. Dat laatste wordt mijn hoofdtaak.”
Hoe goed kent u de VU?
„Ik studeerde er van 1967 tot 1973. Daarna ben ik er tot 1987 blijven hangen als wetenschappelijk medewerker. Dat is dus allemaal wat langer geleden. Maar als rector van de universiteit in Tilburg had ik geregeld contact met collega’s, ook die van de VU. Ook als directeur van Netspar, een netwerk van deskundigen die zich bezighouden met pensioenen, kwam ik geregeld op de VU. Datzelfde geldt voor mijn functie als toezichthouder bij de Protestantse Theologische Universiteit, de PThU, die bij de VU is ingetrokken.”
Wat gaat u nog meer doen als rector?
„Er liggen nog enkele zware dossiers op mij te wachten, zoals de samenwerking tussen de VU en de Universiteit van Amsterdam, en die tussen de medische centra van beide universiteiten.”
U heeft nog ongeveer anderhalf jaar tot aan uw pensioen.
„Klopt. De klus waar ik aan begin, kan ik overzien. Het is mijn inschatting dat ik voldoende tijd zal hebben. Bovendien heb ik gemerkt in de gesprekken met de dekanen dat ze niet van plan zijn allerlei richtingen uit te vliegen. Hun neuzen staan dezelfde kant op. Ze willen alleen meer sturing van bovenaf.”
U stopt bij Netspar?
„Ja. Dat vind ik jammer, maar Netspar staat er goed bij. Ik ruil een betrekkelijk zorgeloos bestaan in voor een met wat meer zorg omgeven functie bij de VU. Ik neem ook ontslag bij de universiteit in Tilburg. Ik wil geen dubbele loyaliteit suggereren of zelfs maar een zweem daarvan.”
Zin in de nieuwe job?
„Absoluut. Het is, zoals het er nu naar uitziet, mijn laatste functie. Ik sluit mijn loopbaan af op de universiteit waar ik begonnen ben. Daarmee is de cirkel rond. Mooi toch? Het enige nadeel is dat ik komende tijd wat vaker een Amsterdams hotelbed zal moeten opzoeken.”