Zelfs dementerende wist naam van Mrs Thatcher
LONDEN – Een psychiater ontdekte op ongebruikelijke manier hoe anders Margaret Thatcher was. Jarenlang vroeg hij bij vermoeden van dementie naar de naam van de premier. Maar zodra Thatcher in 1979 aantrad, werkte dat niet meer.
De arts was eraan gewend dat mensen zich geërgerd op hun hoofd krabden om zich de naam toch maar te herinneren. Maar toen Thatcher Downing Street 10 betrok, wist iedereen ineens de naam. En moest de psychiater een ander trucje zoeken.
Thatcher was wat je zou kunnen noemen een polariserend politicus. Je was voor haar, of fel tegen haar. Een middenweg was er niet. Maandag kwamen er van over de hele wereld lovende reacties. Maar opvallend waren de negatieve reacties. In een buitenwijk van Londen moest de politie zelfs een onsmakelijk feestje ter gelegenheid van haar dood stilleggen. En een vertegenwoordiger van de oud-mijnwerkers zei maandag dat ze hun „meer schade had gedaan dan Hitler.”
Dat Thatcher vijanden maakte, kwam zeker ook door haarzelf. Ze had ontegenzeggelijk iets uitdagends, waarmee ze bij tegenstanders het bloed onder de nagels vandaan haalde. Maar die eigenschap leidde er ook toe dat ze de aandacht trok en zo het politieke debat kon domineren.
Ook in Europa trad ze zo op. Nog onlangs vertelde de Nederlandse oud-premier Van Agt op de radio dat hij zich het zwaaien met haar handtasje nog goed herinnert. Ze had een drammerige stijl. Maar blijkbaar had ze voldoende charme om de zaak niet onwerkbaar te maken. Als vrouw had ze mogelijk ook meer speelruimte. Van een man zou het zwaaien met tas of paraplu waarschijnlijk nooit serieus zijn genomen.
Waarschijnlijk heeft ze met haar polariserende stijl uiteindelijk ook haar eigen val ingeluid. Door een felle, als anti-Europees uitgelegde rede in Brugge in 1988 liet ze de geest ontsnappen uit de fles van haar eigen Conservatieve Partij. De Europese Unie is nog altijd een splijtzwam in het Britse kabinet. Had Thatcher ervoor gekozen de verschillen te overstijgen, dan had ze misschien veel ellende kunnen voorkomen, niet het minst voor haarzelf. Maar dat is een vraag die de historici nog zullen beantwoorden.
Na haar overlijden is vaak de vergelijking met Churchill gemaakt, en dat zeer terecht. Net als de oorlogspremier ging ze er niet voor om geliefd te worden maar zette ze haar eigen koers uit. Ook ze had „een innerlijke overtuiging” dat alleen zij het land van de afgrond kon redden. Dat heeft haar zeker gloriejaren opgeleverd. Wie elf jaar lang de leiding houdt in de slangenkuil van de Britse politiek, is geen beginneling. Maar ze vertrok onder dikke tranen.