Kritiek christelijke instanties op plannen ontwikkelingshulp
DEN HAAG – De coalitiepartijen zijn dik tevreden met de toekomstplannen van minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking). Ze vallen echter niet in goede aarde bij christelijke hulporganisaties en bij de CU.
Onderdeel van de vrijdag gepresenteerde voorstellen is de oprichting van een fonds van 750 miljoen euro. Met name ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (mkb) kunnen daaruit leningen en garanties krijgen voor investeringen in of export naar ontwikkelingslanden.
CU-Kamerlid Voordewind is er kritisch over: „Het fonds dreigt een exportkredietverzekering te worden voor het Nederlandse bedrijfsleven. De allerarmsten zijn er niet mee geholpen.”
ICCO kijkt met gemengde gevoelens naar Ploumens plannen. Vooral Nederlandse bedrijven zullen van het op te richten fonds profiteren, vreest de hulporganisatie.
Op die lijn zit ook politiek adviseur Evert-Jan Brouwer van ontwikkelingsorganisatie Woord en Daad. „De focus zou juist moeten liggen op het mkb in ontwikkelingslanden. De werkgelegenheid en de productie in die landen moeten worden gestimuleerd. Nederlandse bedrijven vinden hun weg wel.”
Ploumen gaat niet bezuinigen op noodhulp, vrouwenrechten en seksuele gezondheid, maar wel op zaken zoals goed bestuur en onderwijs. „Teleurstellend”, meent Voordewind.
„Voor praktijkonderwijs in Afrika is straks geen geld meer”, vult Brouwer aan. Zonder kennis van zaken zal het ondernemerschap in ontwikkelingslanden echter moeilijk tot ontwikkeling komen, vreest hij.
De minister gaat na 2015 ook fors korten op subsidies voor ontwikkelingsorganisaties. „Disproportioneel”, vindt ICCO.
Brouwer is blij dat Ploumen niet tussentijds snoeit in al toegezegde subsidies. „Daar zijn we haar dankbaar voor.”