Opinie

Vertrouwen en herstel

Het vertrouwen van de consumenten is erg laag en dat belemmert het herstel van de Nederlandse economie. Ruim een week geleden betoogde prof. Dijkgraaf in deze krant (RD 18-3) dat de Nederlanders wel wat meer vertrouwen mogen tonen, want de Nederlandse uitgangspositie is goed. „De schouders moeten worden gerecht en de mouwen opgestroopt”, aldus Dijkgraaf. Dan komt er wel herstel.

Ir. Cees van Bruchem
5 April 2013 13:11Gewijzigd op 15 November 2020 02:52

Feit is dat de Nederlandse economie het relatief slecht doet; in 2012 was hier de krimp groter dan het gemiddelde van de hele eurozone en de werkloosheid loopt sneller op dan in omringende landen. De oorzaak wordt vooral gezocht bij de consument, die zijn geld te weinig laat rollen.

Een belangrijke rol hierbij spelen de grote schulden van de Nederlandse huishoudens. Die komen volgens het Centraal Planbureau overeen met ruim 120 procent van het nationaal product, ongeveer twee keer zo veel als gemiddeld in het eurogebied. De particuliere schulden zijn bijna dubbel zo hoog als de staatsschuld, waar men zich in Den Haag zo druk over maakt. De grote schulden kunnen niet los worden gezien van de fiscale aftrekbaarheid van de rente, die het lenen stimuleert. Mede daardoor zijn huizen tussen 1990 en 2008 ruim drie keer zo duur geworden. Dat haasje-over­proces van oplopende schulden en stijgende prijzen heeft geresulteerd in een luchtbel die nu snel leegloopt. Het onvermijdelijke correctieproces, met sterk dalende huizenprijzen, remt de economie. Daar helpen geen bezweringsformules aan.

Dijkgraaf stelt terecht dat politici moeten proberen onzekerheid te verminderen, want die is groot. Banen zijn onzeker, spaargeld is niet veilig meer en het Nederlandse pensioenstelsel, vaak geprezen als „het beste ter wereld”, blijkt veel minder zekerheid te bieden dan vaak werd gesuggereerd. Allerlei hervormingen hebben de onzekerheid vergroot en met de dreigende verdere afbraak van de ontslagbescherming en de beknibbeling op werkloosheidsuitkeringen, wordt dat nog erger. De inkomenszekerheid bij werkloosheid, ziekte, arbeidsongeschiktheid of na pensionering is een stuk kleiner geworden en de rol van sociale regelingen als ingebouwde stabilisatoren van de economie is verzwakt. Ook gaan vaste lasten sterk omhoog, door huurverhogingen, hogere eigen bijdragen voor zorg et cetera. Al met al is het geen wonder dat de consument geneigd is de hand op de knip te houden.

Tegelijk zijn er vanuit Den Haag al sinds het begin van de crisis in 2008 regelmatig optimistische verhalen te horen, over de goede uitgangspositie van de Nederlandse economie, die „in de kern gezond” en „schokbestendig” zou zijn, en over het spreekwoordelijke licht aan het eind van de tunnel. De kloof tussen retoriek en de realiteit, zoals ervaren door de mensen in het land, zou weleens een belangrijke oorzaak van het gebrek aan vertrouwen kunnen zijn, niet alleen in de economie, maar ook in de politiek. Het één staat waarschijnlijk niet los van het ander, want de consument en de burger zijn dezelfde persoon, behalve in de statistiek.

Daarnaast is het op zijn minst de vraag of de pijn van de economische malaise eerlijk wordt verdeeld. Gewone mensen moeten soms fors inleveren, maar de financiële elite ziet blijkens recente berichten kans zijn riante beloningen verder te verhogen. Er wordt drastisch gesneden in de zorg, terwijl volgens de ”lijst van Plasterk” van januari de top twintig van een bepaalde zorgverzekeraar in 2011 in totaal meer dan 5 miljoen euro mee naar huis kreeg. Ook dergelijke situaties, en de kennelijke onmacht van de politiek om er wat aan te doen, ondermijnen het vertrouwen.

Politici zouden wat aan het gebrek aan vertrouwen kunnen doen door niet meer (toe) te zeggen dan ze waar kunnen maken, en door de pijn van de hervormingen zo eerlijk mogelijk te verdelen. Of het economisch herstel dan ook op gang komt staat nog te bezien, want er zijn meerdere remmende factoren, zoals de vergrijzing, de ‘schuldenberg’ en de europerikelen. Ik denk dat het echte herstel nog wel een poosje uitblijft, maar ik ben maar een eenvoudige landbouweconoom.

De auteur is landbouweconoom en voormalig lid van de Eerste Kamer. Reageren? nietbijbroodalleen@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer