Vogelgriep China brengt iedereen weer bij de les
DEN HAAG – De uitbraak van vogelgriep in China –die al zeker vier dodelijke slachtoffers heeft geëist– en die in Nederland hebben gelukkig niets met elkaar te maken. Maar het is wel oppassen geblazen. Een virus kan immers muteren.
Het was best schrikken vorige maand: vogelgriep bij Nederlandse kippen. Twee bedrijven in Lochem en Zeewolde moesten worden geruimd. Dat kostte tienduizenden dieren vroegtijdig het leven.
Zulke uitbraken komen vaker voor. Meestal is het virus afkomstig van wilde vogels. Kippen die buiten scharrelen, lopen daardoor het grootste risico op besmetting. Ook de twee bedrijven die nu getroffen zijn, hebben een uitloop.
Pluimveehouders zijn bang dat er nieuwe gevallen bij komen. Dat zou de export van pluimveevlees en eieren, die op jaarbasis goed is voor ruim 3 miljard euro, in gevaar kunnen brengen. Daarom dringt de sector sinds twee weken bij het ministerie van Economische Zaken aan op een ophokplicht: alle kippen zouden tot de zomer binnen moeten blijven. Secretaris Alex Spieker van de vakgroep pluimvee van boerenorganisatie LTO-Nederland hoopt dat het ministerie snel duidelijkheid geeft of de ophokplicht er komt. Een woordvoerder van het ministerie houdt het op „eind deze week of begin volgende week.”
Het nu opgedoken virus betreft waarschijnlijk een laagpathogene –milde– variant van het type H7N7. De dieren worden er nauwelijks ziek van en het virus is niet gevaarlijk voor mensen. Vorig jaar augustus trof dit virus een kippenbedrijf in Hagestein. In maart 2012 bleken kalkoenen op een boerderij in Kelpen-Oler besmet met het eveneens laagpathogene H5N2-virus.
Een laagpathogeen virus kan echter muteren naar een hoogpathogene variant. Die verspreidt zich zeer snel en leidt tot grote sterfte onder pluimvee. Dan wordt gesproken van vogelpest. Ook mensen kunnen ziek worden, soms met dodelijke afloop.
Nederland had in 2003 een grote uitbraak van vogelpest. Honderden boerderijen kampten met zieke dieren, meer dan duizend werden preventief geruimd. In totaal vonden meer dan 30 miljoen dieren daardoor een vroegtijdige dood.
De Europese Unie heeft zowel de laagpathogene als de hoogpathogene varianten bestrijdingsplichtig gemaakt. Pluimvee worden bovendien elk jaar onderzocht om eventuele sluimerende besmettingen op te sporen. In Nederland vindt deze monitoring zelfs vier keer per jaar plaats. Een besmet bedrijf wordt uit voorzorg geruimd. In een straal van 1 kilometer rond zo’n bedrijf geldt een vervoersverbod voor pluimvee.
In China werden deze week maatregelen getroffen om de verspreiding van een nieuwe hoogpathogene variant van vogelgriep N7N9 tegen te gaan. De ziekte heeft al zeker twee mensen het leven gekost. Verschillende mensen liggen in kritieke toestand in het ziekenhuis.
In 2003 hield in Azië het H5N1-virus huis in de pluimveehouderij. Sindsdien zijn wereldwijd 360 mensen aan die variant overleden. Het ging daarbij overwegend om mensen die in nauw contact met pluimvee leefden.
De Chinezen hebben geen aanwijzingen dat het nu opgedoken virus H7N9 van mens op mens is overgedragen. Wel viel op dat van de elf mensen die ziek zijn geworden er maar één intensief contact met kippen had.
Volgens Spieker is de uitbraak in China geen reden voor ongerustheid in Nederland. Wel brengt het iedereen weer bij de les: voorkomen is beter dan genezen. Wellicht brengt het de door de pluimveehouders zo gewenste ophokplicht een stapje dichterbij.