Buitenland

Oud-president Izetbegovic (78) overleden

Alija Izetbegovic, president van Bosnië toen het onafhankelijk werd en ten prooi viel aan het ergste geweld dat Europa sinds de Tweede Wereldoorlog heeft gezien, is zondag op 78-jarige leeftijd overleden.

AP
20 October 2003 10:53Gewijzigd op 14 November 2020 00:39
ALIJA IZETBEGOVIC
ALIJA IZETBEGOVIC

De Bosnische oud-president lag sinds vorige maand in het ziekenhuis met gebroken ribben en een schouderblessure die hij had opgelopen bij een val in zijn huis. Zijn artsen zeiden dat hij is overleden aan een longbloeding die niet gestelpt kon worden. Izetbegovic was in het verleden al tweemaal door een hartaanval getroffen en had vorig jaar een pacemaker gekregen.

Izetbegovic, leider van de Bosnische moslims, werd door zijn aanhangers respectvol ”Dedo” (grootvader) genoemd. Vooral onder de kiezers op het platteland genoot hij veel aanzien en in november 1990 hielpen zij zijn Partij van Democratische Actie aan de macht. De Bosnische Serviërs koesterden groot wantrouwen jegens Izetbegovic om zijn religieuze achtergrond en beschuldigden hem ervan een islamitische republiek in Europa te willen stichten. Die kreet werd overgenomen door radicale Bosnisch-Kroatische nationalisten en diende later om de gemoederen aan te wakkeren, wat uiteindelijk tot een oorlog leidde waarin het toch allereerst om territorium te doen was.

Zijn strijd voor de onafhankelijkheid van Bosnië kreeg grote steun vanuit het Westen, maar in later jaren verweten sommige van zijn vroegere bondgenoten hem dat hij tijdens de oorlog steun had gezocht bij islamitische landen en er zo voor had gezorgd dat radicale moslims voet aan de grond konden krijgen in Bosnië.

Van de drie Joegoslavische leiders die aan de macht waren toen de oorlog in Bosnië uitbrak, heeft Izetbegovic het langste dienstgedaan. Slobodan Milosevic werd in 2000 als president van Joegoslavië afgezet en later uitgeleverd aan het Joegoslavië-tribunaal. De Kroatische president Franjo Tudjman overleed in 1999.

Izetbegovic stapte na tien dienstjaren in 2000 uit het drie leden tellende Bosnische presidentschap.

De moslimkaart was de sleutel tot de carrière van Izetbegovic. In de campagne voor de verkiezingen van 1990 schaarde hij de moslims achter zich door hun voor te houden dat bij de gesprekken over de toekomst van Joegoslavië Milosevic zou spreken voor de Serviërs en Tudjman voor de Kroaten. „En wie zal er voor u spreken?” stond er op de verkiezingspamfletten. Het leverde hem een ongekend gezag op onder de moslims, die voor de oorlog 44 procent van de 4,3 miljoen Bosniërs uitmaakten.

Izetbegovic rekende erop -ten onrechte, zoals snel zou blijken- dat de vrees voor het onderlinge bloedvergieten dat de Joegoslaven zich nog zo goed herinnerden uit de Tweede Wereldoorlog, de drie etnische groepen ervan zou weerhouden de wapens tegen elkaar op te nemen. Dreigementen van de Bosnische Serviërs dat er oorlog zou komen als Bosnië zich van Joegoslavië zou afscheiden, legde hij daarom naast zich neer.

Toen de gewelddadige breuk tussen Servië en Kroatië Joegoslavië verscheurde, stelde Izetbegovic zich neutraal op, waardoor hij de naam kreeg van gematigd politicus. Pas toen Slovenië, Kroatië en Macedonië zich onafhankelijk hadden verklaard stelde Izetbegovic zich achter het idee van een onafhankelijk Bosnië.

De Bosnische Serviërs, eenderde van de bevolking, reageerden furieus. Zij wilden deel blijven uitmaken van een door Servië gedomineerd Joegoslavië. En toen de meerderheid van moslims en Kroaten op 19 februari 1992 voor onafhankelijkheid stemde, namen de Bosnische Serviërs de wapens op. De oorlog die ontbrandde stelde de strijd in Kroatië al gauw in de schaduw en kostte uiteindelijk 260.000 levens, terwijl 2,5 miljoen mensen uit hun huizen werden verjaagd.

Onder druk van de Verenigde Staten tekenden Izetbegovic en Tudjman in maart 1994 een overeenkomst voor de oprichting van een moslim-Kroatische federatie in Bosnië, hoewel de twee bevolkingsgroepen in Midden- en West-Bosnië slaags waren geraakt. Hoewel de twee vijandig en wantrouwig tegenover elkaar bleven staan, bleek de oprichting van de federatie een van de beslissende stappen bij het bereiken van een vredesregeling met de Bosnische Serviërs.

In juli 1995 voegden Kroatische troepen zich bij die van Izetbegovic om de Bosnische Serviërs aan te vallen. Samen met de bombardementen die de NAVO tegen de Bosnische Serviërs inzette, bracht dit de Bosnische Serviërs zodanig in het nauw dat Milosevic, aanvankelijk de broodheer van de Servische opstandelingen, ruimte kreeg om over vrede te gaan onderhandelen. Weer was Amerikaanse druk doorslaggevend om Izetbegovic ertoe te brengen met Tudjman en Milosevic om de tafel te gaan zitten. Het besloten overleg in Dayton in de VS leverde een vredesovereenkomst op die een blauwdruk bevatte van het huidige Bosnië, bestaande uit een Servische republiek en een moslim-Kroatische federatie.

Het verdrag werd op 14 december in Parijs door de drie leiders getekend. In doodse stilte zetten zij hun handtekening onder het verdrag, dat geen van hen bevredigde. Het gelaat van Izetbegovic was doorgroefd van de doorstane spanningen van de oorlog.

Izetbegovic is op 8 augustus 1926 geboren in Bosanski Samac, vanwaar het gezin drie jaar later naar Sarajevo verhuisde. In 1943 kwam hij van de middelbare school, waarna hij drie jaar aan de landbouwschool studeerde.

Hij zag er meer uit als een kamergeleerde dan een vechtersbaas, maar lang voordat het Bosnische conflict uitbrak, spreidde Izetbegovic al een ijzeren wil tentoon. Hij werd tweemaal veroordeeld om zijn politieke opvattingen en bracht in het Joegoslavië van maarschalk Josip Broz Tito bijna negen jaar in de gevangenis door. Onder het motto ”broederschap en eenheid” onderdrukte Tito elke neiging tot nationalisme.

Na in 1949 een straf van drie jaar te hebben uitgezeten, behaalde Izetbegovic in 1956 zijn doctoraal rechten aan de universiteit van Sarajevo. Hij ging werken als juridisch adviseur bij het openbaar vervoer. In 1983 werd hij tot veertien jaar veroordeeld voor het schrijven van een ”Islamitische Proclamatie”. Hij kreeg strafvermindering en kwam in 1988 weer vrij.

Tijdens de oorlog bedelde hij bij Saudi-Arabië en andere islamitische landen om financiële steun voor het door hem opgerichte moslimleger. Met het geld werden honderden islamitische strijders betaald. Na de oorlog stond Izetbegovic een aantal van hen toe zich in Bosnië te vestigen. Dat kwam hem op kritiek van het Westen te staan, vooral na 11 september 2001.

Hij steunde de oorlog tegen het terrorisme die de VS na de aanslagen lanceerden en noemde die „wettig, gerechtvaardigd en noodzakelijk.” Wel zei hij dat het Midden-Oostenbeleid van de Amerikaanse regering een motief kon zijn voor anti-Amerikaanse gevoelens en aanslagen.

Izetbegovic laat een vrouw en drie kinderen achter.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer