Jubilerende organist Arend Booi: Ik voel me meer verwant met de mus dan met de arend
GENEMUIDEN – De zangavond ter gelegenheid van zijn veertigjarige jubileum als organist van de hervormde gemeente van Genemuiden op 2 maart ging niet door. Vijf weken na dato stempelt het overlijden van zijn moeder nog altijd het gemoed van Arend Booi. Toch is er ook een uitzien. „Ik hoop haar eens na te volgen en de lofzang ook in de hemel gaande te houden.”
Met grote stappen loopt Booi naar het gangpad tegenover het orgel in de zonovergoten hervormde kerk. „Hier zou mijn moeder in haar rolstoel hebben gezeten. Ik had ook een aantal woorden tot haar willen richten. Want mijn moeder en mijn vader stonden aan de wieg van mijn orgelgeschiedenis.”
Die geschiedenis begint als Arend (1950) voor zijn zesde of zevende verjaardag een driepotig speelgoedpianootje krijgt. „Zonder oefening speelde ik al snel ”Opent uwe mond”. „Daar zit muziek in”, zei mijn vader. Ons gezin had in de opbouwjaren na de oorlog echter geen geld voor een orgel. Moeder is daar stiekem voor gaan sparen. Vader vond dat spaarpotje in de bedstee en heeft voor 45 gulden een trapharmonium gekocht.”
Als achtjarige kreeg Arend voor het eerst orgelles, onder anderen van dorpsorganist Hendrik van der Kolk. In zijn middelbareschooltijd lagen de lessen stil, maar op zijn achttiende pakte Arend zelf de draad weer op. Hij nam les bij Harm Jansen in Kampen en daarna bij Lucas Lindeboom in Zwolle.
Kerkorganist
De jongvolwassen Arend oefende thuis, maar ook zaterdagsmiddags op het uit 1885 stammende Zwier van Dijkorgel in de hervormde kerk. „In 1973 stommelden allerlei notabelen naar boven. Zij gaven mij opdracht om diverse psalmen te spelen.” De benoeming tot kerkorganist volgde snel.
Booi typeert zichzelf als een romanticus. „In mijn eerste dienst speelde ik voorafgaand aan de dienst ”Scheepke onder Jezus’ hoede”, van Cor Kee. Ik vind Bach erg mooi, maar ik weet niet of de mensen in de kerk zijn werk waarderen.”
De Genemuidense organist kreeg bekendheid door het op noten zetten van de zogenaamde bovenstem bij zo’n 35 psalmen. Dat is een partij waarmee tenoren in de hervormde gemeente van Genemuiden al zeker sinds 1880 spontaan tegen de melodie in zingen.
Radioprogramma’s
In 2008 begon Booi een bovenstemgroep, die zo’n vier keer per jaar bijeenkomt. Hoewel hij bekend is om het op muziek zetten van de bovenstem, heeft Booi meer op zijn naam staan. „Ik heb diverse koren begeleid, en programma’s verzorgd op de mede door mij opgezette lokale radio-omroep. De kern van mijn activiteiten is voor mij echter de gemeentezangbegeleiding.”
Booi vindt het belangrijk daarin één zijn met de gemeenteleden. „Ik probeer hen mee te krijgen. Er zijn mensen die kippenvel van dit samenspel krijgen. Er is weleens gezegd: Als de zang hier al zo klinkt, hoe zal het dan in de hemel zijn? Ik mag de lofzang hier gaande houden. Mijn ouders mogen dat in de hemel doen, en ik hoop hen daarin eens te volgen.”
Bescheiden
Zijn moeder leerde op haar sterfbed haar oudste zoon opnieuw bescheiden te zijn over zijn talenten. „In de eredienst gaat het niet om míjn eer. Bovendien zijn er duizend organisten in Nederland beter dan ik. Als ik de afgelopen veertig jaar in vogelvlucht overzie, voel ik me meer verwant met de mus uit Psalm 84 dan met een arend, ook al is dat mijn naam.”
Hoewel het jubileum wordt overschaduwd door zijn moeders overlijden, ziet Booi toch enigszins uit naar de jubileumzangavond, die naar zaterdag is verzet. „Het wordt een soort reünie. Onder anderen oud-klasgenoot ds. Reinier van Kooten hoopt te spreken, de koster is oud-klasgenoot Piet van Dijk en ik mag achter de klavieren plaatsnemen.”
De zangavond rond het veertigjarig jubileum van Arend Booi begint zaterdag om 19.15 uur in de hervormde kerk van Genemuiden, Kerkplein 25.