De inzet van de undercovers vormde een onderdeel van een pakket vergaande opsporingsmiddelen die politie en justitie in stelling hebben gebracht om de zaak op te lossen. Het duo heeft op 28 februari vorig jaar Omar T. op straat benaderd. Een van hen, een Arabisch sprekende Belg, zei dat hij in het huis van bewaring had gezeten met York M.

Daarop volgde een gesprek dat ongeveer een uur heeft geduurd. York M. was 1,5 maand daarvoor opgepakt. Volgens de undercovers maakte Omar T. zich onder meer zorgen om de scooter die bij de aanslag op het gebouw aan de Parnassusweg in Amsterdam-Zuid was gebruikt. Hij zou de undercovers hebben gevraagd het ding mee te nemen en te vernietigen.

Omar T. heeft de eerdere getuigenissen van de undercoveragenten betwist. „Hun hele verhaal is totale nonsens”, stelde hij eerder. T. is vooral ontstemd over het feit dat de agenten zeggen dat hij tijdens de ontmoeting heeft gehuilld, omdat hij ten einde raad was.

Ook die lezing van de gebeurtenissen hielden de undercovers dinsdag overeind, tijdens hun getuigenverhoor in de justitiebunker in Amsterdam-Osdorp. Het tweetal zat tijdens hun onderscheiden verhoorsessies in de speciale getuigenbox en was onzichtbaar voor pers en publiek. Hun stemmen werden vervormd.

Tegen de undercovers zou T. hebben gezegd dat hij de aanslag samen met York M. heeft gepleegd, in opdracht van een tot dusver onbekend gebleven derde. T. en M. ontkennen dat zij iets met de aanslag te maken hebben. Zij staan ook nog voor andere misdrijven terecht, waaronder het neerschieten van een 17-jarige jongen.

Woensdag zet officier van justitie Rob Kloos het bewijs tegen het tweetal op een rij en zal hij met een strafeis komen.