Buitenland

VS-doden in Irak nu meer dan 100

Het aantal Amerikaanse militairen die in Irak zijn gedood sinds president George Bush op 1 mei het einde van de grote gevechtshandelingen aankondigde, is vrijdag de 100 gepasseerd. Drie kwamen om tijdens een aanval door Iraki’s in Karbala en één bij een bomaanslag in Bagdad.

Buitenlandredactie
17 October 2003 20:49Gewijzigd op 14 November 2020 00:39

Bij de 101 gesneuvelde Amerikanen zijn de militairen die omkwamen door ongelukken of zelfmoord pleegden niet meegeteld. Daarnaast raakten nog 650 Amerikaanse militairen gewond. In diezelfde periode zijn elf Britse militairen gedood. Over het aantal burgerslachtoffers sinds 1 mei zijn geen cijfers bekend.

De drie Amerikanen die vrijdag in Karbala omkwamen, werden vanaf daken in de sjiitische heilige stad onder vuur genomen terwijl ze samen met Iraakse collega’s patrouilleerden bij de al-Abbas-moskee. Twee Amerikanen en vijf Iraakse politieagenten raakten tijdens de aanval gewond. In de regio Bagdad werd een Amerikaanse agent van de militaire politie gedood en raakten twee anderen gewond toen een bom langs de weg ontplofte.

Washington hoopt dat de druk op het Amerikaanse leger en het aantal verliezen zullen afnemen nu de VN-Veiligheidsraad resolutie 1511 unaniem heeft aanvaard. Die resolutie voorziet in een multinationale veiligheidsmacht onder Amerikaans gezag. Verscheidene van de vijftien landen van de Veiligheidsraad zijn echter ondanks hun stem vóór de resolutie niet tevreden over enkele belangrijke bepalingen daarin en zijn daarom niet van plan troepen naar Irak te sturen.

Tot die landen behoren Frankrijk, Rusland en Duitsland. Ook Pakistan, de moslimnatie waarop de VS hun hoop hadden gevestigd, levert geen militairen voor de multinationale troepenmacht. De onvrede over de resolutie gaat vooral over de te kleine rol voor de Verenigde Naties in Irak en het ontbreken van een tijdschema voor de overdacht van de macht aan de Iraki’s.

Rusland heeft wel toegezegd financieel te zullen helpen bij de wederopbouw van Irak. Ook Spanje, met wiens steun de VS de resolutie indienden, zal flink meebetalen. Minister van Economische Zaken Rodrigo Rato zegde vrijdag 260 miljoen euro toe, waarvan een deel als lening. De bijdrage is hoger dan die van de Europese Unie. Mogelijk wilde Spanje als gastland van de donorconferentie, volgende week in Madrid, het goede voorbeeld geven.

Eerder deze week had Japan al beloofd 1,5 miljard dollar in de wederopbouw van Irak te steken. President Bush, die vrijdag op zijn Azië-reis dat land bezocht, heeft premier Junichiro Koizumi daar persoonlijk voor bedankt.

De regering-Bush had zelf 20 miljard aan Irak willen geven, maar de Senaat stak daar een stokje voor. Die besloot met een krappe meerderheid de helft van dat bedrag te veranderen in een lening, ondanks het pleidooi van de regering de schuldenlast van Irak niet te vergroten.

De OIC (Organisatie van Islamitische Landen) wil dat Irak snel zijn soevereiniteit terugkrijgt van de Amerikanen. De OIC zegt dat in de slotverklaring van een top die de afgelopen week werd gehouden in het Maleisische Putrajaya.

De 57 lidstaten van de OIC benadrukken het recht van de Iraakse bevolking op controle over de olie in de grond en op een representatieve regering. De door de Amerikanen benoemde Iraakse bestuursraad is een stap in de goede richting, zegt de OIC, die voor de top nog verdeeld was over de vraag of de bestuursraad welkom was op de top.

De OIC veroordeelt in de slotverklaring terrorisme „in al zijn vormen.” In een aparte verklaring veroordeelde de OIC het Israëlische bombardement eerder deze maand op OIC-lid Syrië. De OIC dringt er bij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op aan om Israël te dwingen dergelijke „terroristische, agressieve daden” voortaan achterwege te laten, omdat ze „vreselijke gevolgen” kunnen hebben.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer