Binnenland

Barnevelds museum Nairac fors uitgebreid

BARNEVELD – „Een prachtig gebouw waarin de geschiedenis van Barneveld eindelijk goed getoond kan worden, maar waar ook grote wisselexposities mogelijk zijn. Dat is bijzonder in deze tijd waarin zo veel op kunst en cultuur wordt bezuinigd.” De nieuwe directeur-conservator Margot Welle is enthousiast over de vernieuwing en uitbreiding van Veluws Museum Nairac in Barneveld.

Jan Kas
30 March 2013 11:11Gewijzigd op 15 November 2020 02:46
De gaande en komende conservator van het Veluws Museum Nairac: Priscilla van Leeuwen (l.) en Margot Welle. Foto Jan Kas
De gaande en komende conservator van het Veluws Museum Nairac: Priscilla van Leeuwen (l.) en Margot Welle. Foto Jan Kas

In september wordt het museum op de hoek Langstraat-Brouwerstraat officieel heropend, in mei wordt het alvast in gebruik genomen. Vanaf dan is de tentoonstelling ”Feest!” te zien, met werk van de expressionistische schilder Martin Monnickendam, de laatste expositie die wordt ingericht door vertrekkend conservator Priscilla van Leeuwen. Zij was sinds 1998 aan het museum verbonden en gaat nu met pensioen.

Te klein

„Ons museum kan nu pas echt laten zien wat het allemaal in huis heeft”, zegt Van Leeuwen. Museum ‘Nairac’ is sinds 1975 ondergebracht in het karakteristieke zeventiende-eeuwse pand ‘De Brouwerij’ tegenover de Oude Kerk in het centrum van Barneveld. „Al bij de opening werd gemompeld dat het gebouw te klein was, heb ik begrepen. Het overgrote deel van onze collectie lag tot nu toe in het depot opgeslagen.” Waar nu de uitbreiding is gerealiseerd stond eerder de openbare bibliotheek van Barneveld.

Van Leeuwen richtte ruim vijftig wisselexposities in. „Barneveldse onderwerpen als honderd jaar brandweer, thema’s die een breed publiek aanspraken als de sprookjes van Andersen of de schoolplaten van Jetses en kunsthistorische tentoonstellingen. Het was heel afwisselend werken: telkens weer was er een ander onderwerp om je in te verdiepen en ik had veel contacten met collega’s van musea en andere bruikleen-gevers.”

Die drieslag voor de speciale tentoonstellingen handhaaft de nieuwe conservator. „Ze geeft de breedte van het museum aan en in de nieuwbouw is er nu met bijna 140 vierkante meter alle ruimte voor”, aldus Welle, die onder meer zeven jaar conservator van het Cobra Museum in Amstelveen was.

Themakamers

Het oude deel van het Barneveldse museum is gereserveerd voor de regionale historie. De twee bovenzalen bevatten archeologische vondsten, onder meer uit het Kootwijkerzand, waar tussen 1971 en 1974 een middeleeuws dorp is blootgelegd.

De naamgever van het museum, oud-burgemeester Carel August Nairac, wordt op de begane grond geëerd met een replica van de oudheidkamer die hij in 1875 inrichtte, de bakermat van het museum. Ernaast komt Jan van Schaffelaar in harnas te staan. Van Leeuwen en Welle: „Hij kijkt door een raam uit op de toren waar hij ooit van afsprong. Wie wil kan zijn laatste woorden horen.”

Met beeld, geluid en spel zijn overal in het ‘Barneveldse gedeelte’ van het museum via aanraakschermen „verdiepingslagen aangebracht.” „Voor de bezoekers is er in elk hoekje meer te beleven en meer te weten te komen dan zo voor het oog te zien is”, aldus de gaande en komende conservator. „Zo hebben we ondanks de beperkte ruimte voor elk onderwerp veel in het museum gestopt.”

Er zijn themakamers ingericht over het onderwijs, Huize De Schaffelaar, de Molukkers in Barneveld (met originele voorwerpen uit kamp De Biezen geschonken door Barneveldse Ambonezen), godsdienst (met objecten van verschillende geestelijke stromingen en een documentaire-film over de bijbelgordel), het gebruik van textiel door de jaren heen (het museum heeft een uitgebreide collectie van streekdracht en burgerkleding) en de tabaksteelt in Barneveld (met aandacht voor de veranderde acceptatie van de roker). In één van de themakamers is de werkplaats van de Barneveldse meubelmakerij Van de Fliert opnieuw ingericht.

De glazen ontvangsthal die De Brouwerij met de nieuwbouw verbindt is de plaats voor museumwinkel en museumcafé. Margot Welle: „Zeer waarschijnlijk komt daarbij in de gang naar de wisselexpositie een ‘open depot’. In vitrines stellen we voorwerpen tentoon die eigenlijk nergens in het museum goed passen, maar die te waardevol of te bijzonder zijn om ongezien in het depot te laten liggen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer