„Uitstekend gedaan!” zei de koningin in een korte toespraak tot de aangetreden manschappen van de luchtmacht, die dit jaar het 100-jarig bestaan viert. Ook prof. mr. Pieter van Vollenhoven, die zelf in de luchtmacht diende, was aanwezig, zijn eerste publieke optreden sinds zijn longontsteking en hartproblemen in februari.

In maart 1999 liep de situatie rond Kosovo uit de hand. De etnisch Albanese bevolking werd onderdrukt en bedreigd. Er werd verzet gepleegd en Belgrado stuurde een grote troepenmacht. Servië weigerde het zelfbestuur in de voormalige autonome regio te herstellen. Ook de stationering van een vredesmacht werd niet toegestaan. De NAVO dreigde hierop met luchtaanvallen. President Slobodan Milosevic hield echter voet bij stuk. Toen besloot het bondgenootschap militair in te grijpen. De Nederlandse luchtmacht kreeg van meet af aan een voorname rol in de operatie ”Allied Force” en haalde al op de eerste dag een Servische MiG neer.

Volgens de koningin was „moedig gestreden onder voortdurende dreiging”, waarbij geen eigen verliezen werden geleden en ook de schade aan eigen materiaal beperkt bleef. De Luchtmacht had zich daarmee voldoende onderscheiden om in aanmerking te komen voor de vermelding van de Kosovo-campagne op het vaandel. In eerste instantie door middel van een wimpel of grote strik, en in later stadium door vermelding op het vaandel zelf.

Voor de Koninklijke Luchtmacht was het een bijzondere plechtigheid. Het krijgsmachtonderdeel is dit jaar precies 60 jaar ‘koninklijk’. Het vaandel werd in 1965 uitgereikt door koningin Juliana, met daarop belangrijke krijgsverrichtingen uit de Tweede Wereldoorlog. Dit was de eerste keer dat naoorlogse inzet werd ‘beloond’ met een bijzondere onderscheiding. Het was in het vooruitzicht van de troonswisseling waarschijnlijk ook de laatste grote militaire plechtigheid waaraan Beatrix als koningin deelnam.