Ongewenste wolhandkrab nu goede inkomstenbron
DEN HAAG (ANP) – Tien jaar geleden waren vissers de wolhandkrabben die hun netten vernielden liever kwijt dan rijk. De ongewenste gast van toen is nu een aantrekkelijke inkomstenbron. Er is veel vraag naar. 10 euro per kilo is heel normaal en in China betalen ze wel 3 keer zoveel voor de levende wolhandkrabben, weet Han Walder van de Combinatie van Beroepsvissers.
Dat de prijs afgelopen najaar nog wat hoger lag, kan volgens Walder te maken hebben met het vangstverbod voor wolhandkrab en paling uit met dioxine vervuilde grote rivieren dat sinds 2011 geldt. „Een groot deel van de krab, ik denk zeker een derde, werd gevangen in de grote rivieren en dat mag dus niet meer.” In bijvoorbeeld het IJsselmeer mag de krab nog wel worden gevangen. Hoeveel wolhandkrab er precies wordt opgevist, is onduidelijk, aangezien de binnenvissers direct aan de handel kunnen verkopen.
Een Kamermeerderheid van VVD, PVV, CDA, SGP, ChristenUnie en 50PLUS heeft het kabinet dinsdag gevraagd het vangstverbod op wolhandkrab per 1 april op te heffen. De binnenvissers zouden dat toejuichen, hoewel het kabinet wijst op de risico’s voor de volksgezondheid.
Walder: „In Brussel is onlangs nog aangegeven dat er geen reden is voor strengere maatregelen in Europa. Maar ondertussen geldt hier een vangstverbod en zien wij dat de Duitsers die hun krabben in dezelfde grote rivieren vangen, hun vangst wel naar Nederland mogen exporteren en op de markt brengen. Hoezo eenheid in de regels in Europa?”
Dat paling uit dezelfde verontreinigde rivieren nog steeds niet mag worden gevangen, begrijpt hij wel. „Dat is Europees geregeld. En je eet veel vaker paling dan wolhandkrab. Deze krabben zijn maar een paar maanden per jaar te vangen en te koop. Ook in China, waar het een delicatesse is, eten ze dit maar een enkele keer per jaar.” Chinese restaurants in Europa hebben eveneens interesse in wolhandkrab.