Zwitserse parlementsverkiezingen brengen geen verandering teweeg
De kiesgerechtigde burgers van Zwitserland gaan zondag naar de stembus om een nieuw parlement te kiezen. Evenals bij de verkiezingen van vier jaar geleden lijkt het land opnieuw voor rechts te kiezen. Vast staat in ieder geval dat er in Helvetia weinig zal veranderen, ongeacht de uitslag.
Interessant is de stembusstrijd bepaald niet, vindt Hans Hirter van het Institut für Politikwissenschaft (IPW), verbonden aan de universiteit van Bern. Het ontbreekt aan een duidelijk thema - in tegenstelling tot bijvoorbeeld vier jaar geleden. „Toen waren vluchtelingen hét onderwerp. Dat had te maken met de Kosovo-crisis en de vele Balkan-vluchtelingen in Zwitserland. Dit jaar is er echter geen centraal thema zoals vluchtelingen of toetreding tot de Europese Unie.”
De vluchtelingenproblematiek mag volgens Hirter in deze verkiezingscampagne dan niet meer zo’n grote rol spelen, feit is wel dat de partij die de laatste verkiezingen (1999) dankzij dit onderwerp won, opnieuw hoge ogen gaat gooien. Acht jaar geleden was de centrumrechtse Schweizerische Volkspartei (SVP) nog de nummer vier van het land, met zo’n 16 procent van de stemmen. Werd de partij vier jaar geleden met 22,5 procent in één klap de grootste, zondag lijkt ze met meer dan een kwart van de stemmen opnieuw alle concurrenten achter zich te laten. Alleen de sociaal-democraten, die de SVP dicht op de hielen zitten, zouden nog roet in het eten kunnen gooien.
De SVP, ontstaan uit een burgerlijk-conservatieve partij, is onder politiek leider Christoph Blocher uitgegroeid tot een soort oppositiepartij die zich van de bestaande partijen heeft afgekeerd, vertelt Hirter. Haar populariteit dankt de partij niet alleen aan haar manier van optreden -fel uithalen naar linkse partijen- maar ook aan de thema’s die Blocher aansnijdt. De twee voornaamste daarvan zijn afwijzing van het EU-lidmaatschap en verzet tegen het vreemdelingenbeleid. „Een partij die zich op deze twee punten profileert, kan heel wat proteststemmen in de wacht slepen.”
Proteststemmers zijn er zondag genoeg, want de ontevredenheid onder de Helvetiërs is groot. Een grote ergernis is de multiculturele samenleving. Meer dan 20 procent van de inwoners van Zwitserland is geboren in het buitenland - een van de hoogste percentages van Europa. Vorig jaar kwamen niet minder dan 26.000 asielzoekers en vluchtelingen hun heil zoeken in het land van Heidi. Kosten: 590 miljoen euro. En dat bij zwaar economisch tij. De werkloosheid bereikte dit jaar een nieuw record (8,4 procent) en de groei van de economie ligt al tien jaar lang onder het EU-gemiddelde. Verder nam de koopkracht af en de overheidsschuld toe. Zeer slecht voor het nationale moreel was bovendien de ondergang van vliegtuigmaatschappij Swissair ondanks een kapitaalinjectie van 2 miljard Zwitserse frank (1,3 miljard euro).
Veel Zwitserse kiezers wenden zich dan ook graag tot Christoph Blocher. De 63-jarige industrieel en SVP-partijleider wil een einde aan de criminaliteit, die buitenlanders volgens hem in toenemende mate met zich meebrengen. Van toetreding tot de EU wil hij daarom niets weten. Dat zou alleen maar meer vluchtelingen betekenen. Verder hamert Blocher op de noodzaak van liberale hervormingen om een einde te maken aan economische achteruitgang; het socialisme ziet hij als het grootste probleem van Europa.
Veel media vergelijken Blocher met populisten (c.q. rechts-extremisten) als Filip de Winter, Jean-Marie le Pen en de doodgeschoten Pim Fortuyn. Toch gaat die vergelijking maar ten dele op. „De SVP gedraagt zich weliswaar als een burgerlijke oppositiepartij die andere partijen hard aanvalt en er niet voor terugdeinst gevoelige onderwerpen op te pakken. Maar de SVP is tegelijk regeringspartij, die niet alleen is vertegenwoordigd in de nationale regering, maar ook in veel besturen van kantons en gemeenten. De SVP voert verbaal dus heel veel oppositie, maar in het parlement en binnen de regering stemt ze meestal gewoon mee met de meerderheid”, aldus Hirter.
Het feit dat de SVP regeringsverantwoordelijkheid draagt, heeft te maken met het unieke staatsrechtelijke bestel van het Alpenland. Naast de Nationalrat -het parlement- kent Zwitserland een Bundesrat. Dit orgaan bestaat uit zeven personen, die samen de regering vormen. In de Bundesrat zijn al vier decennia lang de vier grootste politieke partijen vertegenwoordigd, namelijk -in volgorde van huidige grootte- de SVP (voor 1971 de Bauern-, Gewebe- und Bürgerpartei), de Sozialdemokratische Partei (SP), de Freisinnig-Demokratische Partei (FDP) en de Christlichdemokratische Volkspartei (CVP).
„Sinds 1959 is het in principe zo dat de grote partijen, die een referendum kunnen winnen, deel uitmaken van de regering”, legt Hirter uit. Zwitserland kent daarom geen coalitieregering noch een „principiële” oppositie - het beeld dat zo vertrouwd is in andere Europese landen. Dat heeft ook weinig zin, omdat de belangrijkste beslissingen worden genomen door de burgers zelf via referenda. „Over elke wet die de regering aanneemt, kan het parlement een referendum aanvragen. Aangezien dat voor veel onzekerheid en problemen kan zorgen, zal de regering er altijd naar streven een compromis te vinden.”
In de Bundesrat hebben de SP, de FDP en de CVP elk twee vertegenwoordigers; de SVP -tot voor de verkiezingen van vier jaar geleden de kleinste van de vier- heeft er slechts één. Nu de grootste partij zondag wellicht opnieuw het huzarenstukje van vier jaar geleden uitvoert, heeft Blocher aangekondigd dat de zetelverdeling in de Bundesrat dient te worden aangepast. De christen-democraten -sinds 1999 de kleinste van de vier- zouden een zetel moeten opgeven ten gunste van de Zwitserse Volkspartij.
Hirter denkt dat de eis van Blocher „niet meteen” zal worden ingewilligd. „Na de verkiezingen worden de leden van de Bundesrat weliswaar opnieuw gekozen door het parlement, maar het is niet gebruikelijk om zittende leden weg te stemmen. En zolang de SVP in het parlement maar over een kwart van de zetels beschikt, kan de partij haar doel niet verwezenlijken.”
De IPW-medewerker denkt dat de SVP moet wachten totdat een van de christen-democraten uit eigener beweging zijn zetel in de Bundesrat opgeeft. „Als er misschien over drie of vier jaar een opvolger moet komen voor een CVP’er, kan het zijn dat het parlement besluit om die plek te laten opvullen door een SVP’er. Maar dan nog moeten de andere partijen ermee instemmen.” De geschiedenis dicht Blocher evenmin grote kansen toe. Slechts twee keer eerder stuurde het parlement een zittend Bundesrat-lid naar huis: in 1854 en in 1872.
Als gevolg van het Zwitserse staatsbestel zal de verkiezingsuitslag geen grote veranderingen teweegbrengen, zegt Hirter. „Dat is altijd al zo geweest. De politiek zal een beetje meer rekening houden met de winnaar. In het parlement zal een compromis iets meer in de richting gaan van de wensen van de SVP. De andere burgerlijke partijen, FDP en CVP, zullen minder geneigd zijn de linkse partijen tegemoet te komen. Er is dus sprake van een graduele verschuiving naar rechts.”
De verkiezingen leven nauwelijks onder de bevolking, is de indruk van Hirter. „Ze zijn erg saai. Emoties zijn er niet, net zomin als grote verkiezingsbijeenkomsten met applaus en zo.” Het IPW heeft onderzoek gedaan naar het belang dat de kiezers aan verkiezingen hechten. „Van hen vindt 70 procent de referenda belangrijker dan de verkiezingen, 10 procent meent het tegendeel en 20 procent acht beide gebeurtenissen van even groot belang.” Deze opvattingen zullen zondag terug te vinden zijn in de opkomst bij de verkiezingen, denkt de politiek deskundige. Die zal „waarschijnlijk 40, 43 procent zijn en niet meer.”