Christenen Pakistan kloppen aan bij EU
BRUSSEL – Pakistaanse christenen hebben hun hoop gevestigd op de Europese Unie, met haar mooie mensenrechtenbeleid. Maandagmiddag demonstreerden enkelen bij het Europees Parlement in Brussel.
„Volgens onze grondwet ben ik helemaal niets”, zegt jurist Joseph Francis na afloop in een telefonische toelichting. „Voor ons zijn er geen gelijke rechten.”
Natuurlijk zou het mogelijk zijn die grondwet te veranderen. „Amendementen zijn altijd mogelijk. Maar dan moet er in het parlement wel iemand zijn die dat voorstel wil indienen. Als christen mag je niet in het parlement. Zodoende is onze gemeenschap niet vertegenwoordigd.”
Af en toe zijn er wel christenen actief in de politiek, zoals minister Bhatti, die twee jaar geleden door zijn eigen lijfwacht werd vermoord. Maar Bhatti zat er dan ook namens een islamitische partij.
„Als christen kun je in Pakistan niet worden gekozen”, zegt de organisator van de demonstratie, Fernando Pauwels, vicevoorzitter van Pakistan Minority Aid (PMA). „Er zijn wel christenen die president hadden kunnen worden, maar de grondwet blokkeert dat.”
De directe aanleiding voor Pauwels om de demonstratie te organiseren was de aanval op de christelijke gemeenschap Joseph Colony op 8 maart. Daarbij werden 178 huizen in de as gelegd.
De reden voor de aanslag was een vermeend geval van godslastering, zegt Pauwels. „En dat is niet de eerste keer. De blasfemiewet zegt dat iedereen die de islam of de profeet Mohammed beledigt, de doodstraf of levenslange gevangenisstraf kan krijgen. De praktijk leert dat deze vaak wordt misbruikt. Asia Bibi bijvoorbeeld zit gewoon vanwege een burenruzie in de gevangenis, maar de aanklacht luidt godslastering. Als christen ben je heel kwetsbaar.”
De wet bestaat al sinds de jaren tachtig, maar raakt steeds meer omstreden, aldus Pauwels. Vooral het incident in Joseph Colony heeft veel losgemaakt.
Pauwels vindt dat de wet zou moeten verdwijnen. Hij hoopt dat de Europese Commisie (en vooral EU-buitenlandchef Catherine Ashton) druk op Pakistan kan zetten. Dat kan bijvoorbeeld door ontwikkelingsfondsen te bevriezen. „Voor dit soort flagrante mensenrechtenschendingen is economische druk de beste die er is.”
Om dit te bereiken hebben de 200 deelnemers aan de demonstratie een brief aan Ashton ondertekend. Daarin wordt gewezen op het misbruik van de blasfemiewet en dat deze „religieuze intolerantie” uitlokt. „Diverse christenen hebben hun leven hier al door verloren.” CU-europarlementariër Peter van Dalen zal de brief met de handtekeningen aan Ashton overhandigen.
Pauwels schat de kans dat de Europese Commissie haar koers wijzigt niet zo hoog in. „Maar alle kleine beetjes helpen.” De meeste steun verwacht hij van de Conservatieve fractie in het Europees Parlement, waartoe ook Van Dalen behoort.
Joseph Francis zou graag zien dat de EU-lidstaten ook soepeler worden in het verlenen van asiel. „Op dit moment krijg je bij Europese ambassades in Pakistan geen visa. Ik roep de EU ertoe op OM dat wel te gaan doen. Alle christelijke Pakistanen die vluchten, moeten toegang krijgen tot Europa.”
Het gevolg is dan wel dat de groep christenen in Pakistan, 2 tot 3 procent van de bevolking, nog kleiner zou worden. Francis: „Dat is zo, maar er is geen mogelijkheid om daar nog langer te blijven. Deze Pakistaanse regering biedt ons geen veiligheid.”
CU-vertegenwoordiger Van Dalen stelde tijdens de demonstratie in Brussel dat nu de „tijd is gekomen” dat de wereld hoort over de situatie. „Ik wist heel weinig over christenen in Pakistan totdat ik mijn vriend Joseph Francis ontmoette. Joseph legde mij uit hoe het is om te leven in een land waar je altijd wordt gediscrimineerd.” Volgens hem groeit de bewustheid hierover ook breder.
Christenen kunnen echter meer doen dan het publiek en de politiek beïnvloeden. „We moeten meer bidden. Vervolging is er geweest vanaf het begin van het christendom, 2000 jaar geleden. Christenen zijn altijd vervolgd, ook hier in Europa. Daarom spreekt Paulus over de strijd tegen de macht van de duisternis. Als we meer voor christenen in Pakistan willen doen, laten we dan meer bidden.”