Sinds 1987 zijn er 41 giro 555-acties geweest, die gemiddeld ruim 20 miljoen euro opbrachten. Het meest werd er opgehaald na de aardbeving en tsunami in de Indische Oceaan in 2004, namelijk bijna 213 miljoen euro. Ook na de aardbeving die in 2010 Haïti trof, werd veel geld opgehaald: 113 miljoen euro.

Natuurrampen brengen gemiddeld dan ook het meest op, zo’n 26 miljoen euro. Acties in verband met oorlogen leveren per stuk ongeveer de helft op. Ook de actie die maandag werd geopend door de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) voor de slachtoffers van de burgeroorlog in Syrië, heeft dus met oorlog te maken.

Overigens blijft per actie gemiddeld zo’n 2,3 procent van het gegeven geld aan de strijkstok hangen. Dat percentage verschilt sterk per actie en hangt vooral af van het bedrag dat binnenkomt op het rekeningnummer. Zo kwam in 1991 ruim 33 procent van het geschonken geld voor de slachtoffers van de Golfoorlog in Irak niet bij hen terecht, aangezien er maar 365.000 euro werd geschonken.

Gecorrigeerd naar inflatie wordt er overigens bijna 26 miljoen euro per actie opgehaald, in plaats van ruim 20 miljoen. Dat zou betekenen dat er omgerekend ook meer dan een miljard zou zijn opgehaald in de 26 jaar dat het gironummer bestaat. Officieel staat de teller echter op iets meer dan 829 miljoen euro.