Opinie

Ze zijn er wel: buitenstaanders die refo’s serieus nemen

Refo’s zijn luitjes die op zondag met uitgestreken gezichten in de kerk zitten en op maandag de katjes in het donker knijpen. Doe nooit zaken met hen, want ze komen met vrome verhalen maar ze draaien je vervolgens zonder blikken of blozen een been uit. Op papier prediken ze naastenliefde maar onderwijl misbruiken ze hun kinderen, terroriseren ze hun gezinnen en de mannen doen niets liever dan zo veel mogelijk kinderen bij hun vrouwen voortbrengen.

Jan van Klinken
25 March 2013 13:48Gewijzigd op 15 November 2020 02:40Leestijd 5 minuten
José Baars-Blom. Foto RD, Anton Dommerholt
José Baars-Blom. Foto RD, Anton Dommerholt

Zo zou ik nog een tijdje door kunnen gaan met het uitstallen van karikaturen. Ze zijn in het leven geroepen door journalisten, boekenschrijvers en andere publicisten. Ook de moderne media hebben er een aardig steentje aan bijgedragen. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de beelden niet helemaal uit de lucht zijn gegrepen. Neem een roman als ”Knielen op een bed violen” van Jan Siebelink. In genoemd boek scharrelen wat schimmige figuren rond die alleszins godsdienstig lijken maar in werkelijkheid vooral met zichzelf bezig zijn. De indruk blijft achter dat die godsdienstige kwezels nodig eens onder de pet moeten worden gekeken.

Fred van Lieburg heeft uitgezocht of Jan Siebelink vooral met zijn dikke duim in de weer is geweest dan wel uit betrouwbare herinneringen put. Zijn conclusie is dat er over het algemeen in het boek meer sprake is van werkelijkheid dan van fictie. Van Lieburg is een integere wetenschapper die uit refokringen afkomstig is en zelf heb ik geen enkele reden om aan zijn slotsom te twijfelen. Het is even slikken, maar ik vrees dat Siebelink inderdaad getuige is geweest van tamelijk bizarre taferelen.

De makke is dat buitenstaanders geneigd zullen zijn te denken dat de meeste bevindelijk gereformeerden met hetzelfde sop zijn overgoten als die groezelige types uit het boek van Siebelink. Aan het gros zal wel een steekje los zijn, is een beeld dat zich dan al snel vestigt. Je kunt als reformatorische gezindte daarover vervolgens de schouders ophalen. Zo van: ze hebben het nu eenmaal op ons gemunt, ze moeten ons altijd hebben. Gemakshalve wordt dan vergeten dat we op die manier de bedding laten bezoedelen waarin de komende generaties zullen opgroeien. Bovendien valt het in zo’n vergiftigd vaarwater niet mee om ook nog eens zoutend zout te zijn.

Er is dus alles aan gelegen om van die karikatuur af te komen en op z’n minst van de gedachte dat refo’s niet helemaal lekker in hun bovenkamer zijn dan wel per definitie hypocriet. In de eerste plaats is het zaak om die karikatuur niet verder te bevestigen. Daarover heb ik al eens eerder geschreven toen het over meewerken aan media-uitingen ging. Een andere stap is de beeldvorming proactief te corrigeren. Anders gezegd: zelf pogingen ondernemen om de goegemeente op andere gedachten te brengen. Maar dat is lastig. Daar moet je een massieve actie voor organiseren. En dan nog. Zo’n actie wordt immers geïnterpreteerd als het aanprijzen van eigen waar. Zo van: wij van WC Eend vertellen uiteraard niets dan goeds over WC Eend.

Veel effectiever is het wanneer onbevangen buitenstaanders de heersende beeldvorming corrigeren. Daar kan geen campagne tegenop. Het afgelopen halfjaar ben ik daar twee voorbeelden van tegengekomen waarvan je zou wensen dat ze brede verspreiding krijgen. Het eerste is het proefschrift van Helma Ruijs. Zij promoveerde vorig jaar september op vaccinatie onder bevindelijk gereformeerden. Ze werd rooms-katholiek opgevoed maar is niet gelovig. De refokringen kent ze alleen vanwege het feit dat ze arts is 
bij de GGD in het rivierengebied rond Tiel. Ze heeft zich tot het uiterste ingespannen om een reëel beeld te krijgen van bevindelijk gereformeerden en is daar goed in geslaagd. Ze pleit in haar proefschrift vooral voor respect. Anders dan de karikatuur wil, is er volgens haar van harteloosheid of van het liefdeloos najagen van principes geen sprake. De bezwaren tegen vaccinatie dienen wat haar betreft uiterst serieus te worden genomen.

Het andere voorbeeld is het recente boekje ”Licht onder de zwaren”. Het is van de hand van José Baars-Blom, met wie deze krant vrijdag een interview had. Zij doet al jaren onderzoek naar de leefwijze van reformatorische jongeren. De Pieter Zandtscholengemeenschap in Kampen maakt haar dat mogelijk. Baars-Blom raakte geïnteresseerd in de refowereld nadat haar gezin vanwege het werk van haar man was verhuisd naar Hasselt, een bekend oord in de biblebelt. Ze heeft al eerder over haar onderzoek gepubliceerd. Dit boek is meer een verzameling korte beschouwingen. Wat opvalt, is dat ze op geen enkele manier laatdunkend doet of zich snerend uitlaat. Ze neemt de jongeren en hun ouderen serieus, luistert en analyseert. Dat gebeurt nergens op een manier dat ze de indruk wekt met een verzameling exemplaren van een bijna uit­gestorven soort van doen te hebben. Ze lijkt zelfs een beetje verliefd op haar onderzoeksgroep te zijn geworden, een verschijnsel dat onder promovendi overigens vaker voorkomt. Tegelijk blijft ze kritisch en stelt ze waar nodig hypocrisie aan de kaak. Maar als het van zo iemand komt, moet dat kunnen lijden. Ik vond het een verademing.

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer