Het gaat om een initiatief van de Europese Commissie dat voorziet in een impuls voor de investeringen in de infrastructuur. Zij wil tevens de uitgaven voor research en ontwikkeling bevorderen. In december zullen de politieke leiders een besluit nemen over de voorstellen.

De Commissie hanteert een lijst van 29 zogeheten Trans-Europese Netwerken (TEN’s), die in de periode tot 2020 met voorrang gerealiseerd dienen te worden. Daarmee is een bedrag gemoeid van 220 miljard euro. De opsomming omvat ook een aantal plannen die reeds zijn voltooid, zoals de verbinding tussen Denemarken en Zweden over de Oresund, of die in uitvoering zijn, waaronder de Betuwelijn en de hogesnelheidslijn tussen Amsterdam en Parijs.

De financiering vormt de voornaamste bottleneck. Brussel wil de subsidie voor de grensoverschrijdende bouwactiviteiten verhogen van 10 tot 30 procent. Commissievoorzitter Prodi rekent erop dat dit het voor particuliere ondernemingen aantrekkelijker maakt eveneens geld erin te steken. De Europese Investeringsbank (EIB) zegt tot 2010 een totaal van 50 miljard euro aan leningen toe. „Onze bedoeling is snel publieke en vooral private fondsen te mobiliseren voor projecten op Europese schaal”, aldus Prodi.

Nederland stelt zich terughoudend op. Premier Balkenende benadrukt dat deze aanpak geen afdoende oplossing biedt voor de economische problemen en waarschuwt dat ze niet mag leiden tot minder aandacht voor noodzakelijke aanpassingen, onder meer op de arbeidsmarkt, binnen de sociale zekerheid en in de sfeer van de pensioenen. Minister Zalm (Financiën) verklaart niet te zullen instemmen met hogere afdrachten vanuit de lidstaten aan de EU-kas in verband met het groeiinitiatief.