De Nigeriaanse politie bracht de kinderen woensdag naar Benin. Kleine jongens met vieze kleren, eeltige handen en een holle blik in hun ogen hingen uit de ramen van de bussen die hen terugbrachten. Ze hadden meer dan een jaar lang gewerkt in een steengroeve, waar ze graniet kapten. In een stadion in de havenstad Cotonou kregen ze voedsel, kleren en medische verzorging.

De kinderen, allemaal jonger dan 15 jaar, vertelden hoe de eigenaars van de steengroeven de kinderen die overleden in ondiepe graven bij de steenhouwerij begroeven. Kinderen die probeerden te vluchten werden volgens hen geslagen. Ze kregen weinig en slecht te eten en sliepen vaak in de openlucht.

In augustus sloten de presidenten van Benin en Nigeria een akkoord over de aanpak van kinderarbeid. Eind september volgde de eerste reddingsactie, waarbij 116 kinderen uit een steengroeve werden geëvacueerd. Naar schatting 6000 tot 15.000 Beninse kinderen zouden in meerdere provincies in het zuidoosten van Nigeria in steengroeven werken. Volgens Nigeriaanse functionarissen kunnen de komende maanden alle kinderen terugkeren naar Benin.

Kinderen uit arme West-Afrikaanse gezinnen beginnen vaak al te werken op het moment dat ze kunnen lopen om hun families te ondersteunen. Vaak sturen ouders hun kroost naar koppelbazen in de hoop dat ze een vak leren en zichzelf kunnen onderhouden. De ongelukkigen onder hen komen terecht op plaatsen als de Nigeriaanse granietgroeven, waar ze hard moeten werken voor weinig geld.

De ouders van de Beninse kinderen kregen soms maar 35 dollar van de koppelbazen voor de kinderen. De kinderen zelf kregen zelfs maar 35 cent per dag voor hun werk in de groeven.