Commentaar: Overmoed en onbehagen
Opnieuw is een hooggeleerde heer tegen de lamp gelopen. In België werd deze week een hoogleraar ontslagen omdat hij geknoeid had met onderzoeksresultaten. Deze man werkte ook een aantal jaren in Leiden.
Gebleken is dat de wetenschapper knoeide met patiëntgegevens om daardoor de onderzoeksresultaten mooier voor te stellen dan ze werkelijk waren. Natuurlijk was het finale doel zelf de gevierde werenschapper te zijn.
De Universiteit Leiden haastte zich om gisteren te verklaren dat de rol van de desbetreffende hoogleraar in de sleutelstad heel beperkt was. Duidelijk is dat het universiteitsbestuur zich zeer onbehaaglijk voelt bij de situatie. En begrijpelijk.
Het manipuleren van de biochemicus is niet het enige voorbeeld dat mensen op hoge posities in overmoed proberen hun eigen carrière een zetje te geven door te manipuleren. Er is de laatste jaren een reeks van voorbeelden te geven van knoeiende hoogleraren, artsen, bankiers, advocaten en notarissen. En het onderliggende motief was steeds: eigen eer, portemonnee en loopbaankansen.
Op kerkelijk en godsdienstig terrein komen we vergelijkbaar gedrag tegen. Sommige predikanten profileren zich ten koste van medebroeders als degelijker, beter geschoold of pastoraler. Er zijn ambtsdragers of kerkleden die er nauwelijks verholen genoegen in hebben anderen geestelijk of theologisch de maat te nemen.
Natuurlijk is het waar dat kerkenraadsleden opzicht hebben over de gemeente. Daar hoort waarschuwen bij. Maar het gaat er wel om hoe die waarschuwing wordt geven. De gestalte mag niet zijn: heersen uit hoogte. Ze moet dienend zijn. De ander uitnemender achten dan zichzelf. Dat geldt voor contacten in de eigen gemeente, dat geldt ook als dienaren onder elkaar. Eenieder is heerlijk in hetgeen hij heeft, terwijl in het kerkelijk leven nogal veel gesproken wordt over hetgeen iemand niet heeft.
Wanneer dat laatste gebeurt in plaats van het eerste, leidt dat tot onvrede bij gemeenteleden. Net zoals er gemor onder het volk is over de frauderende bankiers, rommelende artsen, malverserende hoogleraren. Wanneer persoonlijk belang zichtbaar prevaleert boven gemeenschappelijk belang, organiseert men zijn eigen oppositie. En groeiend onbehagen zoekt een ventiel.
Onze samenleving heeft behoefte aan mensen die zichzelf zijn; die niet de grote jongen willen uithangen. Wie eerlijk is over eigen beperkingen dwingt vaak meer respect af dan iemand die al dan niet met behulp van knoeierij zich groter voordoet dan hij is. Aan stoerdoenerij heeft iedereen uiteindelijk een hekel.
Er wordt veel gesproken over de financieel-economische crisis. Die is ook ernstig. Maar te gemakkelijk wordt vergeten dat daarachter een morele crisis schuilgaat, die zich kenmerkt door individualisme, egoïsme en eigenbelang. Wanneer dat kwaad niet fundamenteel wordt aangepakt, zal er nooit een keer ten goede komen. Met als resultaat dat het onbehagen in brede lagen van de bevolking zal toenemen. De gevolgen daarvan zullen ernstiger zijn dan men nu vermoedt. Daarom: doe gewoon.