Commentaar: Zaak-Yunus vraagt allereerst om meer Turkse pleegouders
De zaak-Yunus, de Turkse jongen die als pleegkind bij een lesbisch stel woont, is er een met veel kanten. Oppervlakkig bekeken kun je je afvragen: Waarom al die commotie afgelopen weken over één kind? Zijn er geen dringender zaken in de pleegzorg die de aandacht vragen? Zeker wel. Toch is het te simpel de kwestie-Yunus af te doen als de bekende storm in een glas water.
De biologische moeder van Yunus wist met een emotioneel betoog over het lot van haar zoon bij lesbische pleegouders de religieuze en politieke gemoederen in Turkije succesvol te bewerken. Zelfs zodanig dat de Turkse premier Erdogan zich hoogstpersoonlijk met de zaak ging bemoeien.
Dat Yunus ooit uit huis geplaatst moest worden omdat hij thuis, bij zijn eigen ouders, niet veilig was –datzelfde gold voor twee broers van hem– lijkt inmiddels een vergeten detail. Wel kwamen er vanuit Turkije bedreigingen aan het adres van de Nederlandse pleegouders. Daardoor was het nodig dat zij met Yunus onderdoken. Een bizarre situatie.
In opdracht van de Turkse regering onderzoekt een parlementaire commissie of er in Europa Turkse kinderen bewust bij andersdenkende pleegouders worden geplaatst om hen los te weken van hun opvoeding. Dat is een stevige verdenking. Twee groepen ouders zijn in de Turkse opinie vooral de gebeten hond: homo’s en christenen. Ze worden op één hoop geveegd omdat van hen kennelijk de grootste gevaren zijn te duchten.
Vanuit de islam bezien is dat een begrijpelijke redenering. De Koran verbiedt homoseksuele relaties en velt een scherp oordeel over mensen die een andere religie aanhangen dan die van Mohammed. Bovendien: zouden christelijke ouders blij zijn als hun kind bij lesbische of islamitische ouders wordt geplaatst?
Toch gaat het te ver te veronderstellen dat dit bewust gebeurt om kinderen te beïnvloeden en los te weken van hun religieuze achtergrond. Dat is een kwalijke en niet te onderbouwen verdenking. De pleegzorg hanteert als gulden regel dat zorgvuldig wordt bekeken of het kind en het nieuwe gezin bij elkaar passen, ook wat godsdienst of levensbeschouwing betreft.
Als er echter te weinig islamitische pleegouders zijn, is dát het probleem waar het gesprek over moet gaan. Premier Rutte heeft daar gisteren zijn collega Erdogan, die op bezoek was, fijntjes op gewezen. Zijn oproep aan Turkse ouders om zich beschikbaar te stellen als pleeggezin, is terecht. Die oproep wordt gesteund door weldenkende mensen in Turkse kring. Dat geeft hoop.
Premier Rutte is gisteren gelukkig niet bezweken voor de druk van Erdogan om het pleegzorgbeleid in Nederland aan te passen aan de Turkse wensen. Hij heeft, diplomatieker dan vicepremier Asscher vorige week vrijdag deed, uitgelegd hoe de spelregels op dit gebied in ons land zijn. Dat moet voor Erdogan genoeg zijn. Het boek Yunus kan daarmee dicht.
Eén ding bleek wel een storm in een glas water: de protestactie in Rotterdam tegen het plaatsen van Turkse kinderen bij christelijke of homoseksuele pleegouders. Geen duizend demonstranten, zoals verwacht, maar hooguit honderd.