Economie

Reden voor Japaniek?

Mijn zoontje van één gaat vaak op onderzoek uit. En veelal op het moment dat het stil is, heeft hij groot plezier, maar zijn de gevolgen minder prettig. Zo heeft hij zich al een keer te goed gedaan aan het schoolbordkrijt van zijn zus, en ook een rol wc-papier velletje voor velletje afscheuren bleek een groot succes.

Hans Stegeman
16 March 2013 11:20Gewijzigd op 15 November 2020 02:31

Ik wil maar zeggen dat als het ergens stil is, dit een voorbode kan zijn van iets wat helemaal mis blijkt te gaan. Stilte voor de storm. Zo werd bij het begin van de crisis in Nederland, in 2008, Japan gezien als potentieel schrikbeeld voor de ontwikkeling van onze economie voor de periode erna. De afgelopen jaren is die parallel minder vaak getrokken. Maar wat blijkt als we naar de cijfers kijken: de Nederlandse economische prestaties zijn per saldo de eerste vijf jaar na de crisis slechter dan die van Japan. Reden voor Japaniek?

De crisis in Japan begon begin jaren negentig. Na een sterke expansie in de jaren zestig en zeventig werd de economie vooral in de tweede helft van de jaren tachtig verder opgestookt door een lage rente, sterk stijgende vastgoedprijzen en een beurs die over de kop ging. Deze sterkere binnenlandse dynamiek bood in die jaren tegenwicht aan de lagere export als gevolg van de appreciatie van de yen naar aanleiding van het Plaza-akkoord.

Pas in 1989 werd er op de monetaire rem getrapt, waarna ook de beurskoersen daalden. Binnen drie jaar was de beurswaarde meer dan gehalveerd. In het spoor daarvan daalden ook de grond- en vastgoedprijzen; de huizenprijzen dalen er nu nog steeds. De financiële sector kwam mede hierdoor in grote problemen.

Japan maakte een klassieke ontwikkeling van schuldafbouw door: trage economische groei, waarbij de binnenlandse bestedingen sterk onder druk kwamen te staan. En ondanks monetaire verruiming en overheidsstimulering bleef de groei laag, en de inflatie rond de nul hangen. Structurele problemen, zoals in de financiële sector, werden niet opgelost zodat er een ‘zombie-economie’ ontstond. En telkens werd gedacht dat de exportmotor de economie weer uit het moeras zou trekken. Maar het drassige binnenland liet de economie telkens weer terugzakken, waarbij de vergrijzing het groeipotentieel van de economie verder onder druk zette. De eerste vijf jaar na het begin van de crisis groeide de Japanse economie echter nog met ruim 1,2 procent per jaar, waarbij de internationale handel de groei voor een groot deel realiseerde. Ook was er nog geen deflatie.

Op een aantal punten lijkt de huidige situatie in Nederland op die van Japan. Zo zijn beurskoersen en huizenprijzen sinds begin 2008 gedaald. De beurskoersen zijn inmiddels enigszins hersteld, huizenprijzen blijven vooralsnog net als in Japan dalen. Ook zit Nederland in een fase van schuldafbouw en heeft het problemen met de financiële sector. Het gevolg is een economie die in vijf jaar niet is gegroeid. Een slechtere groeiprestatie dan in Japan de eerste vijf jaar. Hiervoor zijn twee oorzaken.

Japan kon, zeker in de jaren negentig, rekenen op een stevige exportmotor door de fors groeiende wereldhandel, zelfs bij een steeds duurder wordende yen. Voor Nederland is dat minder vanzelfsprekend. Onze belangrijkste handelspartners hebben namelijk dezelfde problemen, waardoor we ons minder gemakkelijk uit de crisis exporteren. Ten tweede is het schuldenprobleem in Nederland een probleem van huishoudens, maar zorgen de strikte Europese regels ervoor dat ook de Nederlandse overheid moet bezuinigen, terwijl de Japanse overheid de vrijheid nam om de schuld in de eerste jaren te laten oplopen.

Tijd voor paniek over een Japanscenario voor Nederland? Nog niet. Zo slaat de vergrijzing in Nederland minder hard toe. Maar onze start is om genoemde redenen wel slechter dan in Japan. En het risico op een paar dezelfde fouten is er ook. Wij weten ook niet waar ons monetaire experiment eindigt. Structurele problemen, zoals in de financiële sector, zijn bij ons ook nog niet opgelost. En ook wij rekenen er steeds weer op dat de uitvoer ons uit het moeras trekt. En dat kan wel eens tegenvallen.

Laten we dus niet doen alsof er niets aan de hand is. Blijven opletten, zeker als je denkt dat het binnenkort weer goed gaat. Want ik hoop toch dat als mijn zoontje volwassen is, we niet terugkijken op twee verloren decennia voor Nederland. En in de tussentijd zal ik goed op hém blijven letten!

De auteur is hoofd nationaal onderzoek bij Rabobank Nederland.

Meer over
Groot Geld

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer