Economie

Werknemerspremie WW weer in beeld

Gaat de werknemer opnieuw WW-premie betalen? Kabinet en sociale partners spreken intensief over een sociaal akkoord. Een van de nijpende problemen daarbij is de WW. Het kabinet is voornemens om die regeling drastisch aan te pakken.

Gerro de Jager
14 March 2013 15:04Gewijzigd op 15 November 2020 02:29
Foto ANP
Foto ANP

Tot en met 2007 ging het goed met de arbeidsmarkt in Nederland. De werkloosheid was laag en daardoor bleef het aantal WW-uitkeringen beperkt. De kassen die bestemd waren voor de WW-uitkeringen zaten boordevol. Het toenmalige kabinet-Balkenende IV zag daarin aanleiding om een lastenverlichting voor te stellen, in de zin van het afschaffen van de WW-premie voor werknemers. Dat werd geregeld per 1 januari 2009. De maatregel was goed voor de koopkracht van de werkende beroepsbevolking.

Sinds het begin van de huidige economische crisis is de situatie echter aan het veranderen. Meer mensen krijgen ontslag, de werkloosheid loopt hard op, van een totaal van 324.000 in januari 2008 naar 608.000 in januari 2013, volgens de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dit heeft uiteraard grote gevolgen voor de WW-uitkeringen. De WW-kassen raakten snel leeg. In maart 2012 kampten de WW-kassen al met een tekort van 1,9 miljard euro.

Lastenverzwaring

De grote tekorten in de WW-kassen betekenen dat de WW-premie voor werkgevers stijgt. Dit leidt tot een forse lastenverzwaring voor hen. Om deze lastenverzwaring te compenseren heeft het kabinet-Rutte II voorgenomen het ontslagrecht te versoberen, onder andere via een beperking van de ontslagvergoeding en een aanpassing van de WW.

Op dit moment heeft een werkloze recht op een WW-uitkering gedurende minimaal 3 en maximaal 38 maanden. De lengte van de WW-periode is voor iedereen verschillend en hangt af van het arbeidsverleden. De hoogte van de WW-uitkering is de eerste twee maanden 75 procent van het dagloon, dat per 1 januari 2013 is gemaximeerd op 194,85 euro. Vanaf de derde maand is dit 70 procent.

De kabinetsplannen behelzen het verkorten van de duur van de WW, met ingang van 1 juli 2014, naar maximaal 24 maanden. De hoogte is dan de eerste twaalf maanden gerelateerd aan het laatstverdiende loon en de 13e tot en met de 24e maand gerelateerd aan het wettelijk minimumloon (bijstandsniveau).

Verzet

De vakbonden verzetten zich hevig tegen deze forse versobering van de WW. Vorige week werd bekend dat de bonden willen dat, in plaats van het aanpassen van de WW, de premie voor werknemers weer wordt ingevoerd. Minister Asscher berekende in december 2012 dat herinvoering van die WW-premie voor een werknemer met een modaal inkomen op jaarbasis 200 euro minder aan koopkracht betekent.

In oktober 2012 was hierover nagenoeg overeenstemming tussen kabinet en sociale partners. Een aantal FNV-bonden heeft een akkoord toen tegengehouden. FNV-voorman Heerts beschikte over onvoldoende mandaat. In de conceptplannen was opgenomen dat de hoogte en de duur van de WW gelijk zouden blijven en dat hierbij een kostendekkende premie zou worden ingevoerd, verdeeld over een werkgevers- en een werknemerspremie.

De RMU is geen voorstander van herinvoering van de WW-premie voor werknemers. In haar ”Nota arbeidsvoorwaardenbeleid 2013” wordt dit onderwerp uitvoerig uitgewerkt. De RMU pleit voor een andere aanpak van de WW. Hierbij blijft de duur van de WW-periode gehandhaafd, waarbij de hoogte van de uitkering na het eerste jaar ieder halfjaar met een bepaald percentage daalt, met als absolute ondergrens 
70 procent van het minimumloon ofwel bijstandsniveau.

De auteur is juridisch medewerker collectieve belangenbehartiging RMU.

Meer over
Sociale Zaken

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer