Nieuwe SGPj-voorzitter Kranendonk: Als christen gesprek aangaan
NUNSPEET – Jan-Willem Kranendonk uit Nunspeet wordt de nieuwe voorzitter van de SGP-jongeren. „Ik ga mijn schouders er voor de volle 100 procent onder zetten.”
De student rechtsgeleerdheid aan de Vrije Universiteit te Amsterdam volgt volgende week zaterdag Jacques Rozendaal op. Met zijn 21 jaar is Kranendonk (lid van de gereformeerde gemeente te Nunspeet) de jongste SGP-jongerenvoorzitter ooit.
Weet je of er ook een vrouwelijke kandidaat-voorzitter in de race was, of achten de SGP-jongeren een dergelijke benoeming nu niet opportuun?
„Ha, ha! Ik had verwacht dat je over mijn vader zou beginnen (hoofdredacteur van het RD, KdG).
Een vrouwelijke voorzitter? De SGP-jongeren staan daar op zich voor open, maar de selectiecommissie heeft mij gekozen.”
Waarom?
„’t Is lastig om van jezelf een positief profiel te schetsen, maar ik zal het proberen. Ik kan vrij scherp denken, redelijk goed debatteren en schrijven. En als ik iets doe, zet ik daar voor de volle 100 procent mijn schouders onder.
De organisatie heeft straks ook een vicevoorzitter, Harm Jan Polinder, die voor een groot deel de interne leiding op zich neemt. Hij heeft gelukkig dezelfde mentaliteit. Dat geeft vertrouwen.”
Wat vind je leuk aan het voorzitterschap?
„De SGP-jongeren vormen een enthousiaste club vrijwilligers en leden. Samen kunnen we invloed uitoefenen. Ook ontmoet ik in mijn nieuwe rol mensen die ik anders nooit zou tegenkomen. En ik kan veel bezig zijn met de politiek, iets waarvoor ik grote belangstelling heb.”
Zou je jezelf willen typeren als rasechte SGP’er?
„Wat is dat precies? Partijblad De Banier ligt niet naast m’n bed. De partijredes van ds. G. H. Kersten en ds. P. Zandt heb ik, om eerlijk te zijn, tot nu toe niet gelezen. Maar ik ben al jong lid geworden van de SGP-jongeren; ik heb ook echt hart voor die club. Sinds 2010 ben ik redacteur van In Contact, ons ledenmagazine.
Positief aan de SGP vind ik dat die partij stevig wil vasthouden aan Bijbelse noties, terwijl ze dat combineert met een constructieve houding naar bijvoorbeeld het kabinet. De SGP staat altijd open voor gesprek, zonder dat ze haar principes loslaat.”
Zet je de eerder door de SGP-jongeren ingezette koers voort, of wil je juist dingen veranderen?
„Jacques Rozendaal heeft de SGP-jongeren naar buiten toe, bijvoorbeeld via de media, op uitstekende wijze vertegenwoordigd. Die lijn wil ik krachtig voortzetten. Juist daarin kan ik iets voor de SGP-jongeren betekenen. Ik hoop te kunnen laten zien dat de vooroordelen over de SGP –stoffig, oubollig– niet kloppen en dat wij niet buiten de maatschappij staan, maar dat wij vanuit ons christelijke gedachtegoed heldere standpunten kunnen innemen en daarover met iedereen in gesprek willen gaan.
Graag wil ik ook tijdens mijn voorzitterschap proberen mbo’ers aan de SGP-jongeren binden. Dat staat bij mij hoog in het vaandel.
Verder wil ik de discussie aanzwengelen over ”Kernideeën” uit 2009, waarin vanuit het christelijk-conservatieve gedachtegoed onze politiek-filosofische uitgangspunten zijn verwoord. Wat is daar nu nog de relevantie van? Kunnen we daar nieuwe inzichten aan toevoegen?
Daarnaast wil ik de komende jaren de plaats van christelijke politiek verder doordenken.”
Wat bedoel je daar precies mee?
„De sterk seculariserende maatschappij dwingt ons om ons daarop te bezinnen. Wat is de actualiteit van ons denken? En hoe geven we daar handen en voeten aan?
Hoe blijven we jongeren uit onze achterban, die eerder op een andere partij hebben gestemd of dat willen gaan doen, bij de SGP betrekken?
Ik wijs hen er graag op dat seculiere partijen zich niet op de Bijbel baseren. Kijk welke partij oprecht vanuit Bijbelse principes politiek probeert te bedrijven, zou ik hen op het hart willen binden.”
Het ledenaantal van de SGP-jongeren is de laatste jaren gedaald. Ga jij dat weer opkrikken tot boven de 10.000?
„Ik pin me nergens op vast. Een wondermiddel heb ik niet. We stropen met z’n allen onze mouwen op en we gaan ervoor.”
Van politiek in de VS weet je veel. Kan de SGP daar van leren?
„Ja, hoe het niet moet. Republieken en Democraten staan daar lijnrecht tegenover elkaar en blijven maar naar elkaar wijzen. Dat is geen politiek bedrijven op basis van idealen.”