Regenbui
In het jaar 1524 publiceerde Luther een geschrift dat gewijd was aan het belang van christelijke opvoeding en onderwijs. Hij benadrukt daarin de grote betekenis van de Bijbel in het onderwijs. In ronkende woorden uit hij kritiek op de koers van veel onderwijsinstellingen na het wijken van de invloed van Rome. Antichristelijke bewegingen zien hun kansen en nemen die. Achter dat alles ontwaart Luther het woeden van de duivel, wiens oogmerk is: beslag leggen op de ziel van jonge mensen.
Dit opmerkelijke boekje is een krachtig pleidooi voor goed en principieel onderwijs. Veel scholen zijn in Luthers ogen weinig meer dan ”ezelsstallen” en ”duivelenkooien”. Een vurig en hartstochtelijk betoog voor onderwijskrachten die zich door het Woord geraakt en bezield weten, ligt voor de hand.
Hoe actueel, dit alles! Ontroerend is de waarschuwing om de genade van God niet te verkwanselen. Hem de deur te wijzen nu Hij zo dringend bij ons aanklopt. Want gaat Hij heen, wie zou Hem terughalen? En dan volgen die aangrijpende woorden over de genade die als een regenbui komt en gaat. Voorbij is voorbij, zo klinkt het dreigend.
Ik heb mij lange tijd gepaaid met de gedachte dat het hier ‘slechts’ om een uitspraak van Luther gaat en niet om een dreiging die we zo ook teruglezen in de Bijbel. Toont de geschiedenis bovendien niet aan dat eb en vloed elkaar afwisselen in het kerkelijk leven? Toch ben ik er niet langer gerust op.
Ooit werden de antieke goden onder de voet gelopen door de opmars van het christelijk geloof. Ze werden ontmaskerd en onttroond. Vandaag is geloof in God vervangen door geloof in maakbaarheid, wetenschap, techniek en technologie. Het religieloze tijdvak dat Bonhoeffer voorzag is weggebleven. Spiritualiteit bloeit, maar op God zoals Hij Zich openbaart in Zijn Woord rust een taboe.
De ex-priester Robert Adolfs schreef twintig jaar geleden: „Het christendom is voorbij.” Hij ‘ontmaskerde’ het als een ideologie in haar eindfase.
Luther en Adolfs herinneren beiden aan de snelle ondergang van de duizenden kerken in de kernlanden van het christendom: Noord-Afrika, Turkije, Syrië, Irak, Iran en Egypte. Met de val van het Oost-Romeinse Rijk in 1071 zette de islamisering van dit gebied in. De kerken, verzwakt door scheuringen en ketterijen, bezweken goeddeels.
Krijgt Luther dan toch gelijk met zijn ”voorbij is voorbij”? Is Gods genadewolk over ons uitgeregend…? Een aangrijpende gedachte. Om eens bij stil te staan. Morgen bijvoorbeeld, op de biddag.