Verantwoordingsplicht legt overheid lam
Stel: je bent ambtenaar in willekeurig welke gemeente. Als de afdelingssecretaresse een envelop op je bureau werpt, herken je meteen het handschrift: „Oh nee, hè? Wéér een brief van mevrouw Z. E. Urpiet.” Het is al de tiende die maand. En iedere keer met hetzelfde, onredelijke verzoek.
Zuchtend schrijf je voor de zoveelste maal een antwoord. Dat het nu eenmaal niet mogelijk is aan haar wens tot het ontvangen van een hogere bijzondere bijstand tegemoet te komen. Dat de regels dit helaas niet toestaan.
De brief van mevrouw Urpiet weggooien is geen optie. Je móet reageren. Dat ben je als gemeente wettelijk verplicht. Sterker nog: ook deze brief moet je weer afsluiten met de bekende zinnen. Dat als iets niet duidelijk is, mevrouw nadere informatie kan vragen bij de gemeente. En dat ze protest kan aantekenen tegen deze beslissing. Een optie waarvan je zeker weet dat ze hem ook benutten zal. Waarmee de keten van eindeloze brievenschrijverij tot sint-juttemis in stand blijft.
Gék word je er als ambtenaar van. Niet alleen omdat het tijdrovende en zinloze exercities betreft, maar ook omdat deze regels en plichten die de overheid zichzelf oplegt de gemeenschap bakken met geld kosten.
Neem de gemeente Dordrecht. Die lag de achterliggende tijd in de clinch met een zogeheten huisjesmelker. De man stuurde de gemeente in twee maanden tijd bijna 400 brieven. Dordrecht schat de kosten van het beantwoorden van al die informatieverzoeken inmiddels op zo’n 4 ton.
Burgers die ambtenaren horendol maken, zijn afkomstig uit diverse categorieën: werkelijk hulpbehoevenden, boze burgers, psychisch labielen, maar ook journalisten en studenten. “Meneer/mevrouw, ik volg de studie bestuurskunde aan de Erasmus. Zou u mij álle stukken willen sturen die betrekking hebben op onderwerp A, in de periode 1998 tot 2008? Ook zou ik graag alle interne ambtelijke e-mails die op dit thema betrekking hebben, van u ontvangen.”
En daar gaan onze zuchtende en puffende ambtenaren weer. Want de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) verplicht hen de gevraagde informatie te verstrekken. En dat ook nog eens binnen strakke termijnen. Anders dreigt daar de Wet dwangsom en beroep: burgers die de gevraagde informatie niet op tijd krijgen, hebben recht op een fikse financiële compensatie.
Kan het nog gekker? Jawel hoor. Hier en daar zijn zelfs burgers die in het combineren van de WOB en de Wet dwangsom een interessante inkomstenbron zien. Zij sturen bijvoorbeeld naar alle 411 gemeenten een uiterst gecompliceerd informatieverzoek, in de hoop dat een deel van de aangeschrevenen niet op tijd zal reageren. Vervolgens sturen zij deze gemeenten een zogeheten ingebrekestelling – voorwaarde om later de zogeheten dwangsom, die in het ‘beste’ geval op kan lopen tot 1250 euro, te kunnen innen. Met opzet formuleren deze burgers –hoe listig kun je zijn!– de ingebrekestelling zó omfloerst dat ambtenaren hun brief onder op een stapel leggen. Waarna onze calculerende burger kan cashen.
Geen wonder dat deze week de Vereniging van Gemeentesecretarissen (VGS) de kat de bel aanbond. Nadat men, aldus de VGS, bij minister Opstelten van Veiligheid en Justitie geen gehoor vond in het pleidooi om de Wet dwangsom en beroep te schrappen, richtte de vereniging zich per brief tot de Tweede Kamer. Of er in genoemde wetgeving geen hardheidsclausule opgenomen kan worden. Want de rechten van burgers in wetten vastleggen is mooi. Maar als dergelijke wetgeving zich tegen de maatschappij als geheel keert, zouden gemeenten, ministeries en andere organen toch een instrument in handen moeten krijgen dat hun het recht geeft op zeker moment te zeggen: Nu is het genoeg, dit heeft geen zin meer; beste burger: wij antwoorden u niet meer.
Een alleszins redelijk pleidooi. Want in een tijd van grote bezuinigingen mág het toch niet zo zijn dat ambtenaren door een doorgeschoten bureaucratie en door een uit de hand gelopen informatierecht afgehouden worden van hun kerntaken? En hoe kunnen we enerzijds hameren op de noodzaak van een slanke overheid, en anderzijds diezelfde overheid dwingen tot een in het absurde doorgevoerde verantwoordingsplicht?
Hier moet de wal echt het schip gaan keren. Politiek, kom tot bezinning!