Fonds eert „levenswerk” Zeeuwse aardappelkweker
KLOETINGE – Het is de ultieme droom van iedere aardappelkweker: een plek veroveren op de rassenlijst. Arie Heijboer (60) presteerde het met zijn ”baby boomer”. Als klap op de vuurpijl eerde het Geert Veenhuizen Fonds het „levenswerk” van de Zeeuwse hobbykweker met een onderscheiding.
Pas toen de auto van voorzitter Jan van Loon (69) van het Geert Veenhuizen Fonds eergisteren het erf van Heijboer in Kloetinge (gemeente Goes) op reed, en Heijboer naast hem secretaris Jacques Vergroesen zag zitten, begon er wat bij de Kloetingenaar te dagen. Toen Van Loon vorige week belde of hij die dag even langs mocht komen omdat hij voor familiebezoek in de buurt moest zijn, had Heijboer er nog geen flauw vermoeden van dat hij eindelijk het felbegeerde wandbord van Makkumer aardewerk overhandigd zou krijgen. „Wij doen dit altijd op deze manier”, lacht Van Loon. „En het werkt altijd. Als we Arie hadden gevraagd naar Dronten te komen, had hij onmiddellijk doorgehad wat we voor hem in petto hadden.”
Iedere hobbykweker die minimaal 25 jaar actief is in het vak en bovendien een ras in de rassenlijst heeft, komt in aanmerking voor een onderscheiding. Toch bereiken slechts weinig kwekers de hoogste graad. Vanaf de oprichting in 1957 heeft het Geert Veenhuizen Fonds slechts 94 onderscheidingen uitgereikt. Dat komt neer op nauwelijks twee per jaar. „Arie heeft een unieke prestatie geleverd”, zegt van Loon. „Zonder enige opleiding in de veredeling heeft hij als kleine kweker een ras ontwikkeld dat op de markt een plekje heeft veroverd. Vooral in Canada is de baby boomer erg gewild.”
Vooruitziende blik
Vele jaren verstrijken voordat Heijboer, in het dagelijks leven ambtenaar voor het ministerie van Financiën en ook nog raadslid voor de fractie SGP-ChristenUnie in Goes, de vruchten plukt van zijn kweekarbeid. „Noem het gerust een levenswerk”, zegt Heijboer. „Als 13-jarig jochie begon ik oude aardappelrassen te verzamelen. Mijn collectie bedroeg op het hoogtepunt 200 rassen. Deze kruiste ik met elkaar. Uiteindelijk kreeg ik in 2009 het kwekersrecht voor de baby boomer. Het resultaat van wel 60.000 kruisingen en tientallen jaren geduld.”
De baby boomer dankt zijn naam aan zijn geringe omvang. Aan een volgroeide aardappelplant kunnen tot wel vijftig knollen (aardappelen) hangen. In de jaren 70 van de vorige eeuw formuleert visionair Heijboer de doelstelling van zijn product: klein, rond en de aardappel moet van goede bak- en kookkwaliteit zijn. Volgens Van Loon blijkt hieruit dat Heijboer met deze criteria zijn tijd ver vooruit was. „Nu is er vraag naar dit soort rassen. Veel collega’s proberen een vergelijkbaar ras te ontwikkelen.”
Blinddoek
Op dit moment vindt de baby boomer vooral gretig aftrek bij de Noord-Amerikanen. Niet zonder trots vertelt Heijboer dat zijn product onlangs voor het derde jaar op rij is verkozen tot beste aardappel. „Een team van verschillende chef-koks in Noord-Amerika komt elk jaar bijeen om uit veertig aardappelrassen het beste product te bepalen. De rassen staan op een grote tafel uitgestald, waarna geblinddoekte chef-koks bepalen welke aardappel de beste smaak heeft. Voor het derde jaar op rij kwam de baby boomer als beste uit de bus.”
Het is slechts een kwestie van tijd voordat een type ras als de baby boomer ook in Nederlandse supermarkten ligt, verwacht Van Loon. Voor Heijboer, die nog nooit een aardappel in de supermarkt heeft gekocht, maakt het weinig uit, maar zijn omgeving is er ongetwijfeld blij mee. Heijboer: „Gewokte baby boomer is onweerstaanbaar en in combinatie met bijvoorbeeld broccoli, paprika en courgette ook nog eens erg gezond. Dat hebben familie en vrienden inmiddels ook ontdekt. Telkens weer vragen ze of ik nog een zak baby boomer voor hen heb staan. Dat houdt een keer op natuurlijk.”
Wie was Geert Veenhuizen?
Geert Veenhuizen werd in 1857 geboren in het Groningse Stootshorn. Vanaf 1888 richtte Veenhuizen zich als eerste met succes op het systematisch kweken van aardappelen. Veenhuizen kweekte meer dan negentig rassen, waarvan eigenheimer en rode star de bekendste zijn. Veenhuizen overleed in 1930 in Sappemeer. Tot op de dag van vandaag is zijn naam een begrip in agrarische opleidingen. In 1957 werd de honderdste geboortedag van Veenhuizen herdacht met een symposium. Ook werd een fonds opgericht om hedendaagse succesvolle kwekers te eren. Sindsdien ontvingen 94 kwekers een onderscheiding.