Binnenland

Kritiek artsenorganisatie KNMG op toetsing euthanasie

UTRECHT – Artsen blijven ontevreden over de manier waarop de regionale toetsingscommissies euthanasie delen van hun taak invullen.

Binnenlandredactie
8 March 2013 10:56Gewijzigd op 15 November 2020 02:22
beeld ANP
beeld ANP

Dat blijkt uit een brief die artsenorganisatie KNMG donderdag aan minister Schippers (VWS) heeft gestuurd.

Het ongenoegen van de artsen richt zich op de neiging van de toetsingscommissies om zich bij het beoordelen van euthanasiemeldingen uitsluitend te laten leiden door de formele, uit 2000 daterende wettekst. De standpunten en richtlijnen van de KNMG spelen bij hun standpuntbepaling een ondergeschikte rol.

Bij gelegenheid trekken de commissies deze zelfs in twijfel en dat zorgt voor rechtsonzekerheid, zo staat in de brief.

In de praktijk leidt dit ertoe dat artsen euthanasieverzoeken van bijvoorbeeld patiënten met dementie in een gevorderd stadium soms anders beoordelen dan de toetsingscommissies. Leidend voor de toetsingscommissies is de passage uit de wettekst dat artsen behalve op een mondeling euthanasieverzoek van de patiënt ook kunnen afgaan op een schriftelijke wilsverklaring, „waarbij de overige zorgvuldigheidseisen van overeenkomstige toepassing zijn.” Concreet houdt dit in dat euthanasie op basis van een schriftelijk verzoek kan, zolang de arts daarbij op enigerlei wijze tot de slotsom is gekomen dat de patiënt uitzichtloos en ondraaglijk lijdt.

De KNMG hanteert een striktere norm en bekrachtigde deze in 2010 nog eens in een richtlijn. Daarin staat: „Als communicatie niet mogelijk is, kan de arts niet meer overtuigd raken of de patiënt zelf lijdt onder de situatie. Ook kan de arts niet meer met de patiënt nagaan of hij in deze situatie een doodswens heeft.”

September 2011 kwam het verschil in benadering weer aan de oppervlakte. Bekend werd toen dat de toetsingscommissies, tot ongenoegen van sommige artsen, een door een arts ingewilligd euthanasieverzoek van een patiënte met dementie in gevorderd als „zorgvuldig” hadden gekwalificeerd.

Ook het tweede evaluatieonderzoek naar het functioneren van de euthanasiewet dat minister Schippers in december naar de Tweede Kamer stuurde, legt de vinger bij het verschil in visie tussen de toetsingscommissies en de KNMG. Als het aan de KNMG ligt, komt Schippers dan ook met een wettelijke norm voor het beoordelen van een euthanasieverzoek van een (deels) wilsonbekwame patiënt.

In een deze week aan de Tweede Kamer verstuurde brief stelt Schippers dat een wilsverklaring „geen zekerheid” geeft dat het verzoek daadwerkelijk kan en zal worden ingewilligd. Of aan de zorgvuldigheidseisen is voldaan, zal steeds van geval tot geval moeten beoordeeld, aldus de brief.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer