Fries staatsieportret van Beatrix na 33 jaar weer te zien
OLDEHOLTPADE – Het staatsieportret van koningin Beatrix dat Anton Verhey uit het Friese Oldeholtpade in 1980 in opdracht van de gemeente Weststellingwerf schilderde, is volgende maand voor het eerst sinds 33 jaar weer in het openbaar te zien.
Het schilderij wordt vanaf 7 april geëxposeerd op een tentoonstelling van de kunstenaarsgroep Distel in Museum Gouda. „Dat is een groep oud-studenten van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag uit het begin van de jaren zestig, waartoe ik behoor”, zegt de kunstschilder (1938) uit Oldeholtpade. „Die zijn inmiddels allemaal bejaard en willen nog eenmaal met elkaar exposeren.”
Het staatsieportret was destijds bedoeld voor de raadzaal van het gemeentehuis in Wolvega. Op het schilderij beeldde Verhey de koningin bijna levensgroot en in vol ornaat af. In zijn hyperrealistische stijl schilderde hij Beatrix in een blauwe zijden jurk met hermelijnen mantel en een diadeem voor een troon en een dieprood zwaar fluwelen gordijn.
De antimonarchistische publieke opinie vond het destijds te protserig. De „pompeuze entourage” zou niet van die tijd zijn. De vorstin zou bovendien „onherkenbaar” afgebeeld zijn met „appelwangetjes.” In een raadsvergadering stemde de gemeenteraad het staatsieportret met twaalf tegen zes weg.
Kort daarna schilderde Verhey een precies gelijkend portret van de koningin, om te bewijzen dat het voor hem helemaal niet moeilijk was om een clichéportret van haar te vervaardigen. Het college van B en W van Weststellingwerf zou bij het zien van het nieuwe kunstwerk enthousiast hebben gereageerd: „Zie je wel dat je het kunt? Zo had je dat staatsieportret moeten schilderen.”
Uiteindelijk kocht de staat het schilderij op en kwam het in een depot in Rijswijk terecht. In 1993 werd het door uitgeverij Meulenhoff nog wel afgedrukt in een schoolboek. Binnenkort is het dus voor het eerst weer in het echt te aanschouwen.