Laat Nederland zich keren tegen onderdrukking Papoea’s
Al decennialang sluit Den Haag de ogen voor de grootschalige schending van de mensenrechten op Papoea. Het wordt tijd dat de Nederlandse overheid haar ongenoegen daarover kenbaar maakt aan Indonesië, stelt Siemon Goossensen.
De Papoea’s in Indonesië worden achtergesteld. Zij profiteren onvoldoende van de natuurlijke rijkdommen in hun provincie. Dat concludeerden de aanwezigen op de Papoea Solidariteitsdag die vorige maand werd gehouden in Amersfoort (RD 4-2).
Helaas kon ik vanwege andere verplichtingen de solidariteitsdag niet bijwonen. Na het lezen van het verslag in het RD en mijn ervaringen tijdens voorgaande solidariteitsdagen, bekroop mij het gevoel dat de Papoea Solidariteitsdag vooral een reünie is geworden. Zo’n 80 procent van de aanwezigen is geboren en getogen in Nederland. De overige bezoekers zijn oudere Papoea’s, die al jaren in Nederland leven. Men ontmoet elkaar, spreekt over de dingen die men heeft meegemaakt en aan het einde van de dag gaat ieder zijns weegs. Tot volgend jaar!
Ik mis bezieling. Veel betrokkenen lijken in toenemende mate blind te zijn voor de onmenselijke en erbarmelijke situatie in de Indonesische provincie. Echte solidariteit met de bevolking wordt gemist.
Koelbloedig
Papoea was onder de naam Nederlands-Nieuw-Guinea het laatste deel van het Koninkrijk der Nederlanden in Nederlands-Oost-Indië. In 1962 moest Nederland onder druk van Amerika en de Sovjet-Unie onder zeer discutabele omstandigheden het landsdeel overdragen aan de Republiek Indonesië, dat zelf in zijn geheel tot 1949 een Nederlandse kolonie was geweest.
Met de overdracht is de situatie er voor de Papoea’s niet beter op geworden. De mensenrechten worden agressief en repressief geschonden door de Republiek Indonesië. Duizenden Papoea’s zijn door Indonesische militairen, de geheime politie en Densus 88, een door de Amerikanen opgeleide en gestuurde antiterreureenheid, koelbloedig vermoord.
Dat gaat door tot op de dag van vandaag. Vorige week nog haalde een actie van het Indonesische leger veel Nederlandse kranten. In het centrale bergland ontstond een schermutseling tussen Papoea’s en militairen. De laatsten hadden de Papoea’s geschoffeerd door een militaire post in te richten op een voor Papoea’s heilige begraafplaats.
Ook de sociale situatie is onverkwikkelijk. De Papoea’s behoren tot de armste culturele bevolkingsgroepen ter wereld. Het niveau van de gezondheidszorg is laag. Ruim 30 procent van alle kinderen sterft voor het vijfde levensjaar.
Het geeft te denken dat Soei Liong Liem, betrokken bij de Britse mensenrechtenorganisatie Tapol, op de solidariteitsdag de mensenrechtenschendingen in Papoea negeerde. Hij ging volledig voorbij aan de massale slachtpartij die er plaatsvindt. Hij repte alleen van het feit dat het de Indonesische regering er vooral om te doen is de economische groei op Papoea aan te jagen en een brede middenklasse te scheppen.
Geweten
De houding van Soei Liong Liem is helaas niet uniek. Premier Rutte en minister Timmermans van Buitenlandse Zaken hanteren dezelfde tactiek. Ze sluiten de ogen voor de mensenrechtenschendingen die er voortdurend plaatsvinden. De regering aast vooral op kansen en geld. „Indonesië is het voorland voor Azië voor Nederland”, zo sprak Timmermans vleiend tijdens een recent bezoek aan de eilandenarchipel.
Al decennialang negeert politiek Den Haag de grote problemen. De leden van de Tweede Kamer sluiten sinds 1962 de ogen en schroeien hun geweten dicht. Wanneer komt het moment dat Nederland een serieuze vuist maakt en bij Indonesië stevig aandringt op de beëindiging van de onderdrukking van de Papoea’s?
De auteur is juridisch en maatschappelijk adviseur.