‘Bush’ niet zo gauw in Haags beklaagdenbankje
DEN HAAG (ANP) – Toen het Joegoslavië-Tribunaal in 2011 Momcilo Perisic schuldig bevond, kwam daar veel kritiek op van volkenrechtsdeskundigen. De uitspraak zou het voeren van oorlog als zodanig strafbaar stellen, niet alleen het plegen van oorlogsmisdaden.
Perisic was veroordeeld omdat hij wapens had geleverd aan Ratko Mladic, de militaire leider van de etnische Serven in een ander land, Bosnië. De Serven pleegden daar vervolgens misdaden mee zoals na de val van Srebrenica. Mensen als de Amerikaanse president George Bush en andere politieke leiders in hoofdsteden als Parijs, Londen en Moskou doen niet anders, luidde de kritiek. Er was in eerste aanleg jurisprudentie ontstaan die in de toekomst zou kunnen dienen om wereldleiders voor het eveneens in Den Haag gevestigde Internationaal Strafhof te dagen.
De Kamer van Beroep vernietigde het vonnis donderdag. De beroepsrechters stelden tevens vast onder welke voorwaarden de ‘Bushen’ van deze wereld wel voor een internationaal hof kunnen worden gedaagd.
De ‘hulp’ waarvoor Perisic in eerste instantie was veroordeeld, moet specifiek op het plegen van misdaden zijn gericht. ‘Algemene’ steun aan een oorlogsinspanning in een ander land is niet per se strafbaar. Militaire operaties kunnen in oorlogstijd immers in veel gevallen legaal zijn.
Ook kunnen politieke en militaire leiders worden gestraft voor misdaden in andere landen als zij de meerderen zijn van de daders, juridisch of daadwerkelijk. Je kunt dus ook gestraft worden voor misdaden van ‘stromannen’ in andere landen. Perisic ging vrijuit omdat het leger van Mladic los stond van het Joegoslavische leger, hij niet de baas van Mladic was en ook geen mogelijkheid had om hem te controleren.