Kosten begrafenis lopen sterk uiteen
Een begrafenis kost geld. Veel geld. Van tevoren wordt daar zelden over gesproken. Families vinden het vooral belangrijk dat het lichaam van hun dierbare een gepaste verzorging krijgt en dat het afscheid en de teraardebestelling stijlvol verlopen. Maar waarom zou je voor dezelfde kwaliteit (veel) meer betalen?
Na een overlijden moet er van alles geregeld worden. Dat is het vak van de uitvaartverzorger. Nabestaanden hebben in hem (of haar) vaak een groot vertrouwen. Toch is het soms schrikken als enige tijd later de rekening in de bus valt.
Uit een enquête van het Reformatorisch Dagblad blijkt dat het verschil in het tarief dat uitvaartondernemingen in rekening brengen voor het regelen en verzorgen van een begrafenis, kan oplopen tot meer dan 100 procent. Ook in de tarieven voor andere posten zit een behoorlijke spreiding (zie het kader bij dit artikel).
De redactie benaderde in december en januari zeventig bedrijven en verenigingen die in de achterban van de krant actief zijn. Ze kregen de vraag voorgelegd om prijsopgave te doen voor het regelen van een denkbeeldige begrafenis in het eigen werkgebied. De respons op het onderzoek was 46 procent.
Gemiddeld hanteren de 32 ondernemingen en verenigingen die aan het onderzoek meewerkten een basistarief van 1421 euro. De 10 procent goedkoopste ondernemingen berekenen gemiddeld een basistarief van 909 euro, terwijl de 10 procent duurste uitkomen op 1890 euro. De verschillen zitten vooral in de groep kleine zelfstandige uitvaartondernemers, die enkele tientallen begrafenissen per jaar verzorgen. De basistarieven van grote ondernemingen liggen dicht bij het gemiddelde.
Daarbij is een nuancering op zijn plaats. Volgens Leen van Loosen, uitvaartleider bij begrafenisvereniging Draagt Elkanders Lasten in Urk, profiteren grote ondernemingen van provisie op zaken zoals drukwerk, de levering van kisten en grafmonumenten. Omdat ze een grote klant zijn, krijgen ze korting van hun leveranciers. Die provisie kan worden gebruikt om het basistarief te verlagen, waardoor er een versluierd beeld ontstaat van de werkelijke kosten.
Aanleiding voor het RD-onderzoek waren klachten van lezers van de krant over het gebrek aan transparantie bij begrafenistarieven. Begrafenisverzorger Karel Pul uit Ermelo hoort die klacht vaker. Hij raadt mensen aan om in gezonde dagen bij verschillende ondernemers een gespecificeerde begroting op te vragen. „Waarom zou je veel meer betalen als je dezelfde kwaliteit en manier van werken bij een andere ondernemer kunt krijgen?”
Nardus is de belangenvereniging van uitvaartverenigingen die uit het klassieke nabuurschap –de burenhulp op het platteland– zijn ontstaan. De meeste van de 400 aangesloten verenigingen zijn gevestigd in het noorden en oosten van het land. Deze verenigingen hebben geen winstdoelstelling en werken vaak met vrijwilligers, die midden in de dorpssamenleving staan. Volgens voorzitter Peter Buisman is de betrokkenheid met de eigen gemeenschap, of dat nu het dorp is of de kerkelijke gemeente, een sterk punt van de verenigingen en ook van kleinere zelfstandige ondernemers.
„De mensen kennen de uitvaartverzorger en die ziet er op zijn beurt niet tegenop om een stapje extra te doen. Vaak geven ze ook ondersteuning bij de rouwverwerking. Nabestaanden hebben steeds met dezelfde persoon te maken, terwijl je bij de grote ondernemingen in de dagen tussen overlijden en begrafenis soms wel drie of vier verschillende mensen over de vloer krijgt”, zegt Buisman.
Extra betalen
Juist vanwege die betrokkenheid zijn mensen vaak bereid wat extra te betalen. Toch vindt Buisman het gemiddelde basistarief van ruim 1400 euro dat uit het RD-onderzoek naar voren komt aan de hoge kant. „Een bedrag ver boven de 1000 euro voor alleen het regelen en verzorgen is eigenlijk niet nodig als je alleen de werkuren telt. Maar ik geef toe, het is best ingewikkeld om tarieven vergelijkbaar te maken. Het moet heel duidelijk zijn wat je er wel en niet onder laat vallen.”
Het aantal zelfstandige uitvaartverzorgers in Nederland is de laatste jaren fors toegenomen. De Nardusvoorzitter schrijft dat mede toe aan de steeds strengere vakbekwaamheidseisen die de overheid oplegt. Vooral kleinere verenigingen kunnen daar met hun vrijwilligers moeilijk aan voldoen en besteden werkzaamheden daarom uit. Van de uitvaartverzorger wordt veel gevergd, weet Buisman: „Je moet in een paar dagen van alles regelen en soms ook improviseren.”
Het RD-onderzoek beperkt zich tot de werkzaamheden die de begrafenisonderneming of vereniging verricht. De totale kosten van een begrafenis zijn echter veel hoger. Te denken valt aan drukwerk, advertenties, de kist, eventueel huur van een aula, koffie tijdens het condoleance-uur, de huur of aankoop van het graf en het grafmonument.
Volgens Buisman hoeft een begrafenis in een algemeen graf in totaal niet meer dan 4000 tot 5000 euro te kosten. In de Randstad ligt dat wat hoger. Gemeentelijke tarieven verschillen echter sterk. En voor de aankoop van een familiegraf worden vele duizenden euro’s extra in rekening gebracht.
Begrafenisverzorger Koos Stam uit Kinderdijk bevestigt dat. „Een eerste begrafenis in een familiegraf kost hier 6000 euro. Daar zit dan het onderhoud voor dertig jaar bij in. Voor een bijzetting in dat graf betaal je 1000 euro.” Een grafsteen kost volgens Stam algauw 2000 tot 3000 euro.
De christelijke dienstverlener Op Doorreis rekent op zijn website met een basistarief van 1900 euro voor het regelen en verzorgen en 2500 tot 3000 euro aan bijkomende kosten voor de begrafenis. Voor een eigen graf staat in deze raming 4000 euro vermeld, plus 2400 euro voor een staande grafsteen en 3800 voor een liggende.
Alles bij elkaar kost een begrafenis dus veel geld. Geld dat niet altijd klaarligt. Sommige mensen zijn uit principe of om andere redenen niet verzekerd. Soms is er ook geen spaargeld beschikbaar.
Sparen voor je eigen begrafenis komt volgens Nardusvoorzitter Buisman sowieso steeds minder voor. Dat is allereerst een kwestie van mentaliteit. „Toen ik 18 werd, zei mijn vader: Ik heb een uitvaartpolisje voor je gespaard, nu moet je het zelf overnemen. Maar tegenwoordig gaan veel jongeren ervan uit dat het geld er toch wel komt.”
Verder speelt mee dat de premie voor een begrafenisverzekering niet meer aftrekbaar is van de belasting. „Sparen is daardoor minder aantrekkelijk geworden. Alleen de nabestaanden kunnen de kosten van een begrafenis nog aftrekken.”
Een en ander leidt ertoe dat nabestaanden steeds vaker kijken of besparingen mogelijk zijn. Het is daarbij volgens Buisman belangrijk dat zij in het gesprek met de uitvaartverzorger goed beslagen ten ijs komen. „Nabestaanden zeggen soms: U heeft er verstand van, doet u het maar zoals u denkt dat het goed is. Maar het is beter dat je een goede partij in zo’n gesprek bent. Dan betaal je minder.”
Wensen
De wensen van de overledene spelen daarbij een grote rol. Buisman: „Het is goed om die in gezonde dagen te bespreken. De meeste ondernemingen bieden daarvoor een speciaal wensenboekje aan. Is iemand verzekerd, dan kan gekeken worden of overbodige onderdelen van een pakket eventueel ingeruild kunnen worden. Achteraf lukt dat vaak niet meer.”
Zo’n aanpak kan ergernissen voorkomen, weet hij. „Veel nabestaanden denken dat ze geld terug krijgen bij ‘minderwerk’ in vergelijking met het afgesproken pakket. Maar een maatschappij is daar niet toe verplicht. Je hebt niet recht op geld, maar op uitvoering van de begrafenis.”
Volgens Pul uit Ermelo zeggen nabestaanden direct na een overlijden vaak overal ja op. „Juist in die omstandigheden moeten de mensen ervan op aan kunnen dat ze geen slachtoffer worden van woekerprijzen.” Hij adviseert ook om na een begrafenis altijd een gespecificeerde rekening te vragen.
Buisman denkt niet dat er bewust misbruik gemaakt wordt van het vertrouwen van mensen. „Maar onder tijdsdruk worden soms beslissingen genomen die onnodig geld kosten, zoals toch maar die twintig extra rouwkaarten drukken.”
Daar komt bij dat grote maatschappijen hun uitvaartverzorgers met een omzetdoelstelling op pad sturen. „Hun werkgever verlangt dan dat ze met 20 procent extra werk terugkomen vergeleken met een standaarduitvaart. Commerciële bedrijven hebben nu eenmaal een winstoogmerk.”
Het specificeren van nota’s is overigens niet verplicht, weet Buisman. „Volgens het Burgerlijk Wetboek moet een nota voor de klant controleerbaar zijn. Als je afspreekt de hele begrafenis voor 4000 euro te regelen, hoeft alleen dat bedrag erop te staan.”
Ook Pul benadrukt dat het belangrijk is om bij leven na te denken over de eigen begrafenis. „Wensen moeten bekend zijn bij uw familieleden. Heel belangrijk is ook een recente namenlijst. Die moet regelmatig worden doorgelopen om te zien of er nog wijzigingen nodig zijn. Dit ontlast achterblijvende familieleden enorm, het voorkomt dat mensen vergeten worden bij het versturen van de rouwbrief.”
Onderzoek begrafeniskosten
De redactie van het Reformatorisch Dagblad heeft door middel van een enquête geprobeerd zicht te krijgen op de kosten die begrafenisondernemingen in rekening brengen. Daartoe is onder zeventig bedrijven die in de achterban van de krant actief zijn, een offerte opgevraagd voor het regelen en verzorgen van een denkbeeldige begrafenis binnen het eigen werkgebied. Bijna de helft (46 procent) heeft daadwerkelijk gereageerd. Onder de respondenten waren zelfstandige uitvaartleiders, lokale verenigingen en grote ondernemingen.
In de enquête is allereerst gevraagd naar het zogenoemde basistarief van de uitvaartverzorger. Hieronder vallen de begeleiding van de familie en het regelen van alle noodzakelijke handelingen en voorzieningen, zoals het opbaren van de overledene, wettelijke formaliteiten (aangifte bij de gemeente), dagelijkse controle, het regelen van de rouwbrief, de begraafplaats, een condoleance-uur, de liturgie voor de afscheidsdienst, het vervoer en de dragers en ten slotte het leiden van de begrafenis. Let wel: het gaat hier uitsluitend over de uren die de uitvaartverzorger maakt voor alles wat geregeld moet worden, dus niet over bijvoorbeeld de kosten van de kist, drukkosten of de huur van een aula.
Verder is apart gevraagd naar enkele andere kostenposten waarop de onderneming invloed kan hebben en die soms door de familie zelf worden uitgevoerd. Voorbeelden zijn de laatste verzorging van de overledene en het dragen van de kist tijdens de uitvaart.
Kosten die nauw samenhangen met de wensen van de familie, zoals de uitvoering van de kist en het grafmonument, zijn buiten beschouwing gelaten. Dat geldt ook voor kosten die geheel door derden worden bepaald, zoals de huur of aankoop van het graf. Gemeenten brengen daarvoor heel verschillende tarieven in rekening.