Ban benadrukte nog eens dat het steunen van gewapende groepen die actief zijn in het oosten van Congo een ‘onacceptabele schending’ is van de soevereiniteit en territoriale integriteit van Congo die bovendien de ‘stabiliteit in de regio als geheel ernstig ondermijnt’. Hij waarschuwde dat hij er bij de internationale gemeenschap op aan gaat dringen om ‘snel en doortastend te handelen’ als de landen rondom Congo zich niet houden aan hun beloften.

Ban zei tevens te hopen dat met het vredesakkoord de cirkel van geweld in Congo en het Grote Merengebied doorbroken kan worden. De situatie in Oost-Congo is echter nog steeds verre van stabiel. Rebellenbeweging M23 onderhandelt weliswaar met de Congolese regering, maar er is nog geen overeenkomst gesloten. VN-gezant voor Congo Roger Meece waarschuwde dat het geweld zomaar weer kan uitbreken zonder waarschuwing vooraf. Hij wees erop dat M23 doorgaat met patrouilles bij de stad Goma. Eerder trokken de rebellen zich onder druk van de internationale gemeenschap uit de stad terug. Ook andere Congolese rebellenbewegingen blijven actief.

De interventiebrigade die Ban voor ogen heeft moet onderdeel gaan uitmaken van een VN-vredesmissie in Congo. De brigade moet volgens Ban bestaan uit drie bataljons infanteristen en ondersteunende eenheden en heeft een mandaat voor een jaar. De interventiemacht moet voorkomen dat gewapende groepen groeien en moet bestaande milities neutraliseren.