Het sociaal leenstelsel moet volgend jaar worden ingevoerd en is volgens Bussemaker bedoeld om geld vrij te maken om in het onderwijs te investeren. De volledige studiefinanciering wordt een lening, die na het behalen van het diploma naar draagkracht moet worden afgelost.

Bussemaker wil, net als de oppositie, weten welke studenten er gaan uitvallen door de invoering van het nieuwe systeem. Dat laat ze onderzoeken door het Sociaal en Cultureel Planbureau. Verder gaat ze kijken wat de gevolgen zijn van het verhogen van de aanvullende beurs of het verlagen van het collegegeld. Dat zijn aanpassingen die GroenLinks graag zou zien.

Bussemaker moet een aantal oppositiepartijen zien te overtuigen van haar plannen, omdat ze geen meerderheid heeft in de Eerste Kamer. D66 en GroenLinks liggen het meest voor de hand, maar een combinatie van D66, SGP, 50PLUS en OSF zou ook mogelijkheden bieden.