Hoogleraar: Veel gehandicapten dupe AWBZ-plan
ROTTERDAM – Een groot deel van de mensen met een verstandelijke handicap die volgens de nieuwe AWBZ-plannen zelfstandig moeten gaan wonen, zal dat niet redden. Een zelfstandig bestaan is niet mogelijk vanwege hun handicaps en hun slechte gezondheid.
Dat zegt prof. dr. Heleen Evenhuis, hoogleraar geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten, verbonden aan het Erasmus MC, naar aanleiding van een dinsdag verschenen wetenschappelijke analyse.
Een flink deel van de verstandelijk gehandicapten zal na de door het kabinet geplande hervormingen van de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) zelfstandig moeten gaan wonen, met ondersteuning van mantelzorg, huishoudelijke hulp en thuiszorg.
Als de plannen van het kabinet doorgaan, gaat het om 53 procent van de 65.000 volwassenen die nu wonen in een groepshuis van een zorgorganisatie. Een fors deel van hen kampt echter met een gebrekkige gezondheid en heeft veel of gecompliceerde ondersteuning nodig.
Evenhuis en haar medeonderzoeker Heidi Hermans trekken deze conclusie op basis van een wetenschappelijke analyse van de GOUD-studie, waarin de gezondheid is onderzocht van ruim duizend verstandelijk gehandicapte 50-plussers.
Evenhuis en Hermans pleiten ervoor om de zorg en het verblijf voor een deel van deze groep binnen de AWBZ te houden. Twee rapporten met hun bevindingen zijn inmiddels naar de Tweede Kamer gestuurd.
Nederlanders met een verstandelijke handicap die op dit moment in een woonvorm van een zorgorganisatie wonen, zijn voor de AWBZ ingedeeld in acht zogenaamde zorgzwaartepakketten (ZZP-VG). De toevoeging VG is de afkorting voor verstandelijk gehandicapt. Bij de indeling wordt vooral bekeken hoeveel hulp mensen nodig hebben bij de zogeheten algemene dagelijkse levensverrichtingen, zoals aan- en uitkleden, persoonlijke verzorging, opstaan en naar bed gaan, boodschappen doen, eten koken en dergelijke. Mensen in ZZP-VG 1 hebben maar weinig ondersteuning nodig en mensen in ZZP-VG 8 moeten volledig worden verzorgd.
Voor mensen in de categorie ZZP-VG 5 tot en met 8 zijn er geen plannen voor veranderingen in de zorg. Zij hebben zulke ernstige verstandelijke beperkingen of ernstige lichamelijke of geestelijke problemen dat ze gewoon in hun groepshuis moeten blijven wonen met alle daarbijbehorende zorg.
De groep waarop Evenhuis en Hermans zich hebben gericht, zit in de categorie ZZP-VG 1 tot en met 4. Evenhuis: „Dat zijn mensen met een matige of lichte verstandelijke handicap die nu in groepshuizen in de wijk wonen. Mensen met het syndroom van Down bijvoorbeeld. Ze zijn redelijk zelfredzaam, gaan overdag naar dagbesteding of hebben aangepast werk.”
Uit de analyse blijkt echter dat veel van deze mensen de vaardigheden die nodig zijn om een huishouden te voeren (boodschappen doen, eten klaarmaken, de was doen, medicijnen innemen, met geld omgaan) nooit hebben kunnen leren. Bovendien hebben zij door een opeenstapeling van motorische en zintuiglijke beperkingen en chronische ziekten toch vaak veel zorg nodig. „Wij denken dat die complexe zorg te veel gevraagd is van artsen, thuiszorg en zeker de mantelzorg. Vandaar dat wij ervoor pleiten de zorg voor ZZP-VG 4 in de AWBZ te houden. Mensen in ZZP-VG 1-3 zouden op individuele basis moeten worden beoordeeld.”