Uitdagend boek over Messiasbelijdende Joden
Hoe zouden Messiasbelijdende Joden zich in kerkelijk opzicht moeten opstellen? Moeten ze zich voegen in een gemeente waar ook heidenchristenen zijn?
En wat mogen ze dan van hun eigenheid meenemen en in de praktijk gestalte geven? Of moeten ze aparte gemeenten stichten en daar alles zo veel mogelijk Joods laten? Bijvoorbeeld het kerkgebouw synagoge noemen, de voorganger rabbijn en ook zo veel mogelijk de wetten van Mozes handhaven? Over deze boeiende en spannende vragen gaat het boek ”Come, let us reason together” van Baruch Maoz.
De auteur zet een stevige mening neer. Hij wil vooral in gesprek komen met aanhangers van wat hij noemt de ”Messianic Movement” en hij heeft hun heel wat te vertellen. Dat doet hij op een duidelijke manier. Het voordeel daarvan is dat je weet wat de schrijver bedoelt en wat zijn mening is over het onderwerp.
Zoals hij zelf aangeeft, heeft Maoz het boek geschreven met de passie voor een kerk die één is, krachtig, steeds veranderend van vorm en steeds groeiend in haar intellectuele en bevindelijke kennis van God, Zijn Woord en Zijn wegen. Het is de overtuiging van de auteur dat de eenheid van de kerk een manifestatie is van de heerlijkheid van God in het Evangelie en van de kracht van het Evangelie om te behouden en te veranderen.
Het sterke punt van deze publicatie is dat de Bijbel zeer uitgebreid aan het woord komt. Grote delen uit de nieuwtestamentische brieven worden uitgelegd en toegepast in een Engels dat goed te volgen is. Hier en daar kwam ik wat herhalingen tegen. Dat kan te maken hebben met de werkwijze van Maoz. Ik sluit niet uit dat hij verschillende teksten heeft samengevoegd tot één publicatie.
Na een woord vooraf, een inleiding, een introductie en een aantal aanwijzingen hoe de schrijver in deze discussie staat en hoe hij eraan mee wil doen, volgt het eerste deel van het boek: ”A theological assessment”. Daarin wordt de vraag aan de orde gesteld: Zullen we het Evangelie preken aan het Joodse volk? Daarnaast gaat het over het mozaïsch verbond, rabbijnse gewoonten, Bijbelse argumenten en het aantrekkelijk maken van de kerken voor Joodse christenen.
Het tweede deel van het boek biedt een ”practical assessment”. Er worden vragen besproken zoals: heeft de messiaanse beweging nationale erkenning gekregen, is ze effectief geweest, heeft ze een spirituele haven gecreëerd voor Joodse gelovigen? Maoz is daar niet positief over. Hij spreekt over een negatieve impact van deze beweging en vraagt zich af of er wel toekomst voor haar is als ze zo doorgaat. Aan het slot wijst hij een uitweg en geeft hij aan wat de kerk heeft te doen voor de messiaanse beweging.
Na een slotwoord volgt een brief van een aanhanger van de Messianic Movement, een korte geschiedenis van deze beweging, een artikel uit 1911 over deze beweging en een lezing van Maoz over de rechtvaardiging in het Jodendom. Met een biografie, een tekstregister en een zaak- en naamregister sluit het boek af.
De publicatie is interessant om kennis van te nemen. Hier en daar zou er meer ruimte geschapen kunnen zijn voor nuance. Op verschillende momenten gaat Maoz wel erg kort door de bocht en zijn visie op het mozaïsch verbond is anders dan in de gereformeerde theologie. Hij ziet meer een onderscheid, waar wij één lijn zien in de oudtestamentische bedeling van Gods verbond. Het boek daagt wel uit om goed na te denken over een belangrijk onderwerp. Daarom is het alleszins de moeite van het lezen waard.
Come, let us reason together. The unity of Jews and Gentiles in the church, third edition, Baruch Maoz; uitg. P&R Publishing, Phillipsburg, New Jersey, 2012; ISBN 978 1 59638 406 4; 254 blz.; € 17,99.