Kerk & religie

Lou de Palingboer was glad als een aal

Een van de plekken waar de dolerenden van het eerste uur (onder wie Abraham Kuyper) samenkwamen voordat ze een kerk tot hun beschikking hadden was gebouw Frascati aan de Nes te Amsterdam. In later dagen hield ook Lou de Palingboer er openbare bijeenkomsten.

Ds. M. van Kooten
22 February 2013 17:36Gewijzigd op 15 November 2020 02:07
Lou de Palingboer. Foto RD
Lou de Palingboer. Foto RD

Lou heette eigenlijk Louwrens Voorthuijzen en werd geboren in 1898 in Breezand, gelegen in de Anna Pauwlonapolder. Lou was strenggereformeerd opgevoed. Vader Voorthuijzen hield van een bevindelijke prediking, maar had ook een antenne voor het bijzondere. Zo nam hij zijn talrijke kroost mee naar bijeenkomsten waarin de baptistische evangelist Jelle Adema voorging, terwijl hij met zijn gezin ook de pinkstergemeente bezocht. Uit kracht van opvoeding was Lou doorkneed in de kennis van de Heilige Schrift, maar was hij tevens belust op bijzondere ervaringen.

Lou was achteenvolgens boerenknecht, tuinder, timmermansknecht, loodgietersleerling en monteur. Uiteindelijk koos hij het palingvissen als professie. Inmiddels was hij met een welgestelde boerendochter getrouwd. Na een mystieke ervaring aan de toenmalige Zuiderzee (waarbij hij volgens eigen zeggen over drijfzand liep) wist hij al spoedig de aandacht op zich te vestigen, niet het minst vanwege zijn vlotte babbel.

Hij vestigde zich in Den Oever en vervolgens in Muiden. Daar ontmoette hij Mien Wiertz, een vrouw die Lou schier aanbad en hem aanpraatte dat hij Christus was. Het huwelijk met zijn eerste vrouw, Trijntje Tiel, liep door het opdringerige gedrag van Mien op de klippen. Nadat Lou was getrouwd met Mien, trad hij vanwege de armoedige omstandigheden waarin hij verkeerde in dienst bij een palingverkoper. Hij combineerde de visverkoop met het proclameren van zijn profetieën. Daarbij toonde hij zich zo glad als de alen die hij verkocht.

Lou hield er allerlei dwaze standpunten op na, onder meer dat men bij ziekte niet naar een dokter mocht. Men diende volkomen op Lou te vertrouwen. Een Weesper volgeling was daar de dupe van doordat wegens het weigeren van medische hulp zijn zoontje stierf. De man liet het er niet bij zitten en bracht Lou aan. Lou heeft er een dag voor gevangengezeten.

Lou hield de aanhang voor dat hij nooit zou sterven. Toen hij aan de gevolgen van longontsteking in 1968 toch overleed, weigerden zijn aanhangers een begrafenis te regelen. De meest bizarre toestanden speelden zich af rondom zijn lichaan. Uiteindelijk kon het niet anders of hij moest begraven worden.

In Muiden stond een van Lou’s trouwste discipelen wekelijks met vis op de markt. Hij kreeg op zekere dag een zwerende vinger. Hoewel Lou’s leerlingen nooit een arts bezochten deed deze het toch. De arts deed hem een kuur aan de hand en de behandeling mocht baten. Toen de arts de rekening presenteerde, reageerde Lou’s rechterhand dat dit tegen zijn principe was. De arts toonde zich begripvol. Aan het eind van de week hield de arts halt bij de viskraam en bestelde een paar pond paling. Nadat de visboer het benodigde overhandigde en vervolgens de prijs wilde noemen was de arts hem voor: „Dank je. Je begrijpt wel: betalen is tegen mijn principe. Daag!”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer