Kerkverlating jongvolwassenen ook in Rooms-Katholieke Kerk
VENTURA – Niet alleen protestantse kerken kampen met kerkverlating onder jongvolwassenen. In de Verenigde Staten is het probleem net zo groot onder rooms-katholieken.
Dat blijkt uit onderzoek dat The Barna Group deze week naar buiten bracht. Volgens het Amerikaanse onderzoeksinstituut zegt 65 procent van de jongvolwassenen tussen de 18 en de 29 jaar die met het rooms-katholieke geloof opgroeiden op dit moment minder actief in de kerk te zijn dan toen ze 15 waren. Onder protestanten is dat 58 procent.
The Barna Group ondervroeg 1550 mensen, zowel rooms-katholieken als protestanten, die met het christelijk geloof werden opgevoed. De cijfers over kerkverlating onder rooms-katholieken verschillen weinig van die over protestanten. Zo’n 60 procent van hen gaat niet meer naar de kerk. De helft van de ondervraagden is tamelijk gefrustreerd over het geloof. En drie op de tien geven aan minder spiritueel te zijn dan toen ze 15 waren.
Onder de protestanten geven meer ondervraagden aan een periode te hebben gehad waarin ze ernstig twijfelden aan het geloof (41 procent, tegen 33 procent van de rooms-katholieken). Ook leeft onder protestanten sterker het gevoel dat ze het geloof van hun ouders terzijde hebben geschoven (35 tegen 25 procent).
Dave Kinnaman, president van The Barna Group, noemt de uitkomsten van het onderzoek belangrijk. Voor rooms-katholieke kerkleiders zouden de jongvolwassenen hoge prioriteit moeten hebben. „Wil je met succes onder hen werken, dan moet je inzicht hebben in wat hen drijft en hoe ze de leer en de kerkelijke standpunten over sociale kwesties ervaren en uitleggen.”
De cijfers van The Barna Group maken deel uit van een breder onderzoek onder jonge rooms-katholieken, onder andere naar de wijze waarop ze denken over zaken als geboortebeperking en godsdienstvrijheid.