Consumentenbond: Achteruitkijkend zitje het veiligst
DEN HAAG – De Consumentenbond adviseert ouders hun jonge kinderen in de auto zo lang mogelijk in een achteruitkijkend zitje te vervoeren.
Dat stelde woordvoerder Sandra de Jong van de Consumentenbond donderdagmorgen desgevraagd. „Zo lang mogelijk en afhankelijk van de grootte van het kind tot het vierde jaar.” Deze week presenteerde de bond een kinderzitjestest. Elke week overlijden er in Europa tien kinderen in het verkeer.
Een zitje waarin het kind achterstevoren zit, is veiliger, legt De Jong uit. „De impact van een botsing waarbij het kind vooruitkijkt in een zitje, is vele malen groter dan in een achteruitkijkend zitje. Bij een achteruitkijkend zitje wordt het kind met zijn hoofd in het kussen gedrukt. In het geval van een vooruitkijkend zitje schiet het hoofd naar voren toe. Dat kan ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben.”
Over enkele maanden wordt er een Europese norm ingevoerd, die een achteruitkijkend zitje tot een leeftijd van vijftien maanden verplicht stelt. In eerst instantie geldt de norm alleen voor zogeheten Isofixzitjes. Isofix heeft te maken met het bevestigingssysteem. „We hopen dat op de lange termijn verplicht wordt dat alle kinderzitjes achteruitkijken. Dat is de veiligste methode.”
Voor kinderen lichter dan 13 kilo is een achteruitkijkend zitje al verplicht, legt De Jong uit.
In het blad ”Beste koop voor je kind” van de Consumentenbond stelt Ronald Vroman van de bond dat een achteruitkijkzitje een kwestie van wennen is. „Dat is meer een ouder- dan een kindprobleem. In Zweden gaat het al jaren zo. Er zijn eventueel speciale spiegels verkrijgbaar die ervoor zorgen dat ouder en kind elkaar toch kunnen zien.” De Consumentenbond heeft gelobbyd om een achteruitkijkzitje verplicht te stellen.
De bond geeft in zijn blad diverse tips voor veilig vervoer van kinderen. „Plaats je een achteruitkijkend zitje voorin, zet de passagiersairbag dan uit. Kan dat niet, vervoer je kind dan nooit voorin.”