Door de betere training zouden de agenten minder vaak hoeven te grijpen naar zware geweldsmiddelen, zoals een vuurwapen.

Dat blijkt uit het vrijdag gepresenteerde onderzoek ”Omgaan met geweld” van de Nederlandse Politie Academie.

Betere training kan zowel het geweldsgebruik tegen als door de politie terugdringen, is een van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek. Agenten maken zich namelijk erg ongerust over hun eigen veiligheid en het gebrek aan gezag, en over de agressiviteit waarmee ze worden bejegend door met name bepaalde groepen probleemjongeren.

Uit het onderzoek blijkt eveneens dat bij de politie geen sprake is van een eenduidige aanpak van geweldsincidenten. Over wat die aanpak zou moeten zijn, bestaat ook weinig concensus. Agenten achten het van belang dat bij geweld sprake is van een resoluut optreden, een goede aansturing door de chef en het vertrouwen in eigen conditie en beheersing van de basistechnieken.

Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het Programma Politie en Wetenschap in twee grootstedelijke politieregio’s (Amsterdam-Amstelland en Utrecht) en twee landelijke (Drenthe en Noord-Holland Noord). Tijdens langdurige observaties en interviews met agenten werd onderzocht op welke wijze politie in de praktijk omgaat met confrontaties met geweld. Daarbij werd onderscheid gemaakt tussen geweld tegen de politie, geweldsgebruik door jongeren, uitgaansgeweld en huiselijk geweld.

Opvallend was dat binnen de politie twijfel is in hoeverre de aanpak van huiselijk geweld een taak is van de politie. Dat neemt volgens de onderzoekers niet weg dat agenten huiselijk geweld een hoge maatschappelijke prioriteit geven.