Het rapport van de SPCJ werd woensdag in Parijs gepresenteerd aan premier Jean-Marc Ayrault. Op de aanslagen tegen een Joodse school in Toulouse (19 maart) en op een kosjere supermarkt in Sarcelles (19 september) volgden telkens nieuwe golven van geweldsincidenten, stelt het rapport. Na ‘Toulouse’ noteerde de organisatie 90 incidenten in 10 dagen. Bij de aanval op de Joodse school in Toulouse doodde de 23-jarige Frans-Algerijnse Mohamed Merah drie kinderen en een ouder.

Er zijn in 2012 in totaal 614 antisemitische handelingen geturfd, tegen 389 in 2011. Van de 614 incidenten gaat het in 177 gevallen om daadwerkelijk geweld of agressie (moord of pogingen daartoe, beschadigingen) en in 437 gevallen om bedreigingen (scheldpartijen, graffiti etcetera).

Volgens de Joodse koepelorganisatie CRIF schaden de incidenten het imago van Frankrijk, traditioneel het land van de mensenrechten en de bescherming van de minderheden. De opkomst van het antisemitisme moet dan ook onderwerp worden van een „nationaal politiek debat.”

De rapporteur voor de Franse nationale commissie voor de rechten van de mens (CNCDH), Marc Leyenberger, relativeerde tegenover het Franse dagblad La Croix de uitkomsten van het SPCJ-rapport enigszins. „Volgens de meest recente informatie die wij hebben, wijst niets op een plotse toename van agressie met een antisemitisch karakter na de affaire-Merah”, zei hij. Een incident in juni in een voorstad van Lyon, waarbij drie Joodse jongens met keppeltjes zwaar werden mishandeld, noemt Leyenberger„extreem ernstig”, maar „naar het lijkt een geïsoleerde actie.” De CNCDH presenteert zijn jaarrapport 2012 over racisme en antisemitisme op 21 maart.

Leyenberger wees erop dat het aantal antisemitische incidenten in Frankrijk nog altijd veel hoger ligt dan in de jaren negentig. „Een groot aantal scholen en Joodse gebedsplaatsen moeten helaas permanent worden bewaakt door surveillancepolitie.” In 2000 begon de tweede intifada in het Midden-Oosten. De gevolgen daarvan lieten zich ook in Frankrijk zien.