Inwoners Noordoostpolder horen liever niet bij Flevoland
EMMELOORD – Voor de grote provinciefusie die het kabinet voorbereidt, mag de Noordoostpolder kiezen bij welk landsdeel de gemeente wil horen. Mee naar West, terug naar Oost of toch liever naar Noord. In Emmeloord blijkt de afkeer van Flevoland groot.
„Vijfentwintig jaar geleden hebben we strijd gevoerd om niet bij Flevoland te hoeven horen. Dat hadden we toen al nooit moeten doen. Wij zijn de Noordoostpolder en bij Flevoland zijn wij nooit meer geweest dan een wormvormig aanhangsel, totaal overvleugeld door Lelystad en Almere. Die fout kunnen we nu rechtzetten”, zegt een vrouw met grijs haar. Zo legde ze vorige week in een publiek debat in het gemeentehuis van Emmeloord uit waarom het volgens haar geen goed idee is met Flevoland mee te gaan naar het nieuwe landsdeel West.
De frustratie over de provincie Flevoland zit diep. Als aan het eind van de goed bezochte inloopbijeenkomst mag worden gekozen bij welk landsdeel de Noordoostpolder moet horen, gaan er maar 3 van de 110 stemmen naar het landsdeel West, de nieuwe superprovincie waarin Noord-Holland, Utrecht en Flevoland nog vóór de volgende provinciale verkiezingen in maart 2015 zouden moeten opgaan. De overgrote meerderheid, bijna 80 procent, sluit zich het liefst aan bij het landsdeel Oost (Overijssel en Gelderland).
Lelystad heeft de Noordoostpolder „leeggezogen”, zo is de teneur. Veel instanties en bedrijven zijn zuidwaarts getrokken. „Neem het ziekenhuis. Ook naar Lelystad vertrokken. Maar als ik naar het ziekenhuis moet, lig ik het liefst in Zwolle of in Friesland, daar voel ik me thuis”, zegt Mark Dieleman, een jonge ondernemer. „Ik heb me nooit een Flevolander gevoeld. We zijn het kleine eendje in de grote vijver, en dat gevoel heb ik bij landsdeel West ook sterk.”
Qua mentaliteit past de Noordoostpolder misschien nog wel het beste bij bovenbuur Friesland, vindt een nipte meerderheid bij een gelanceerde stelling. Toch blijft het aantal aanhangers voor onderdeel worden van landsdeel Noord steken op een dikke 15 procent. De meeste Emmeloorders blijken qua voorzieningen en economische activiteiten nu eenmaal gericht op Zwolle. „Zwolle wordt steeds belangrijker als concentratie van diensten. Je ziet al diensten van het noorden naar Zwolle gaan, het wordt na Den Haag de tweede ambtenarenstad van Nederland”, betoogt VVD-Statenlid Bosma van Flevoland.
Rink de Jong probeert nog een andere optie. „Wij zijn de Noordoostpolder. Maak er meteen maar een soort Monaco van, een klein prinsdom zijn we toch al.”
De grote belangstelling voor het debat verrast burgemeester Van der Werff. De voorkeur voor terugkeer naar Overijssel, de provincie waarvan Noordoostpolder tot de vorming van Flevoland in 1986 deel uitmaakte, stelt hem als geboren Fries teleur, zegt hij aan het slot van de avond. Een grapje, want de gemeente zegt volledig blanco in de discussie te staan. „Burgers moeten gehoord worden. Dat wordt wel vaker gezegd, maar in dit geval is het ook gemeend”, aldus Van der Werff.
Zwolle trekt nu eenmaal. Een oud-Amsterdammer in een flamboyante bloemetjesblouse met wit haar van de ouderdom verwoordt zijn voorkeur als volgt: „Ik wil nooit meer terug naar Amsterdam. Ik ben Emmeloorder geworden en Emmeloorders passen niet meer in het grootsteedse. Het mag wel een beetje kneuterig. Laten we ons alsjeblieft bij Zwolle aansluiten.”
Landsdeel West in de maak
Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) wil na jaren discussie over de vorming van een Randstadprovincie nu in sneltreinvaart het plan uit het regeerakkoord uitvoeren om de provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland om te vormen tot het landsdeel West. Eind dit jaar moet het wetsvoorstel er al liggen. In maart 2015 moet het eerste landsdeel een feit zijn. Volgens burgemeester Van der Werff van Noordoostpolder zijn daarna de landsdelen Noord, Zuid, Zuidwest en Oost aan de beurt. De Noordoostpolder hoeft mogelijk niet mee naar landsdeel West. Op inloopbijeenkomsten in alle dorpen wordt de stemming gepeild. Na een wetenschappelijk verantwoorde internetpeiling zal de gemeenteraad volgende maand een standpunt innemen.