Ds. Hulsman over lijdenstijd: Het oude en bekende als nieuw ervaren
Het lijdensevangelie is ieder jaar weer nieuw en verrassend, voor Bijbellezer en gemeente. Hoe zorgt een predikant ervoor dat hij fris en verrassend blijft, zeven lijdensweken lang? Deel 1 in een serie korte vraaggesprekken met zeven predikanten. Vandaag: ds. W. G. Hulsman, hervormd predikant te Genemuiden.
Hoe vaak hebt u over het lijden van de Heere Jezus gepreekt?
„Tijdens de lijdensweken preek ik regelmatig over het lijden of over andere Bijbelgedeelten die daarmee te maken hebben. Tel daar nog de preken uit de Heidelbergse Catechismus bij op die over het lijden van Christus gaan, en dan kom je al gauw tot een flink aantal, als je 28 jaar predikant bent.”
Is het gevaar van gewenning aanwezig? Hoe blijft u als predikant nieuw, fris, verrassend?
„Nieuw, fris en verrassend te zijn is bij elke preek iedere week een behoorlijke opgave. En zeker met de vaak bekende lijdensstof is het nog moeilijker. Je probeert steeds weer nieuwe gedeelten uit de Bijbel te vinden die je aanspreken en ook naar nieuwe dingen in een tekst te zoeken, woorden waar je snel overheen leest en die toch een grote betekenis hebben. Het Oude Testament werpt vaak veel licht op teksten uit het lijdensevangelie.
Aan het begin van de week kies ik een tekst, om er dan in het verdere van de week over na te denken en te mediteren. Ook om te bidden, of de Heere helpt. Soms word je in die week met gebeurtenissen in de gemeente geconfronteerd die je erbij betrekken kunt. Het nieuws volgen is dan ook erg belangrijk. Geregeld komt het ook voor dat je het oude en bekende toch weer als nieuw ervaart. Dat merkt de gemeente.”
Stelling: ”Als het licht van de Geest op het Woord valt, wordt iedere tekst weer nieuw”.
„Het werk van de Heilige Geest is onmisbaar, zowel bij het maken als het houden van een preek. Zeker met preken is er altijd iets waar je als predikant geen vat op hebt. De ene keer kan de preek echt landen, dat merk je dan ook aan de reacties vanuit de gemeente. En de volgende keer komt in een andere gemeente dezelfde preek helemaal niet over, voor je gevoel.”
Hebt u voldoende ruimte voor studie, om ervoor te zorgen dat de heilsgeschiedenis exegetisch nieuw blijft?
„De ruimte voor studie staat vaak onder druk. Vooral in het winterseizoen is er veel werk te doen. Er is altijd meer werk dan je aankunt. Zeker als er begrafenissen zijn, kost het heel wat inspanning om genoeg tijd voor de preekvoorbereiding over te houden. Tijd voor studie moet je echt plannen. Het is ook belangrijk om op de hoogte te zijn van hedendaagse studies op theologisch terrein. In de lijdenstijd pak ik ook het boek ”Het kruis van Christus” van de Engelse John Stott er nog wel eens bij. Na mijn bezoeken aan Israël heb ik meer oog gekregen voor de Joodse context van de heilsgeschiedenis. Kennis daarvan werpt wel eens nieuw licht op een Bijbeltekst.”
Zijn er lijdenspreken waaraan u persoonlijk goede herinneringen bewaart?
„Bijzonder zegenrijk vond ik het na te denken over Leviticus 16, de Grote Verzoendag. Ik heb daarover gepreekt op Goede Vrijdag, Gods grootste verzoendag! Het hele volk wordt bij de verzoening betrokken. Het moet zich verootmoedigen, anders wordt het uitgeroeid, zo is te lezen in Leviticus 23. Helder en duidelijk laat de Heere door middel van twee bokken zien dat er verzoening is voor de zonden van heel de gemeente (vers 17), en ook dat Hij de zonde wegdoet (vers 23). Wat is God goed! Je mag het zonder omwegen verkondigen: wie het Evangelie met een waar geloof aanneemt, diens zonden zijn vergeven. Die preek heb ik afgesloten met het bekende gedicht van McCheyne:
Toen vluchtte ik tot Jezus!
Hij heeft mij gered.
Hij heeft mij verlost van het vonnis der wet
mijn heil en mijn vrede,
mijn leven werd Hij
Ik boog m’en geloofde
mijn God sprak me vrij.
Een lijdenspreek waar ik ook goede herinneringen aan bewaar, is een preek over zondag 16, in de adventstijd vorig jaar. Ik zag er erg tegen op: over dood, graf en hel preken te midden van adventsklanken. Het paste niet zo in de sfeer van die tijd. Maar het ging gemakkelijk en ik heb met vreugde gepreekt. Er was ook een weltoebereide aarde voor. In de gemeente waren er in die weken veel sterfgevallen en veel ernstig zieken. En dan te horen van onze Heere Jezus Christus, Die dood, graf en hel overwonnen heeft en Die al de Zijnen tot Zich nemen zal in heerlijkheid. Dat geeft werkelijk troost.”
Dit is deel 1 in een serie over de 40-dagentijd of lijdenstijd. Ga via RD.nl/lijdenspreken naar het dossier met andere afleveringen.