Gbagbo kwam in 2011 als eerste voormalige staatshoofd in handen van het ICC. Dat hof, dat sinds 2002 in Den Haag zetelt, is bedoeld voor de berechting van de zwaarste misdaden van de hoogste politieke en militaire leiders.

Gbagbo verloor eind 2010 de presidentsverkiezingen in Ivoorkust van zijn rivaal Alassane Ouattara, de huidige president van het West-Afrikaanse land. Gbagbo weigerde echter de door de VN erkende verkiezingsuitslag te aanvaarden. Het kwam tot een maandenlange geweldsuitbarsting die aan zeker 3000 Ivorianen het leven kostte.

Ivoorkust is etnisch, religieus en politiek verdeeld. De gedaagde is afkomstig uit het overwegend christelijke zuiden, Ouattara uit het overwegend islamitische noorden. Bij de strijd waren het regeringsleger en milities betrokken. Volgens de ICC-aanklagers hebben Gbagbo, zijn vrouw en een kleine kring om hen heen het geweld tegen de Ouattara-aanhangers gepland en aangestuurd.

In april 2011 werd Gbagbo met de steun van Franse troepen verslagen. Hij zat maandenlang gevangen onder het nieuwe bewind, totdat hij in november 2011 naar Den Haag werd gestuurd. Het ICC had een arrestatiebevel uitgevaardigd op verdenking van misdaden tegen de menselijkheid, zoals moord, verkrachting en vervolging op etnische en religieuze gronden.

De zaak tegen Gbagbo liep vertraging op, door gekibbel over de bevoegdheid van het hof en door de slechte gezondheid van de inmiddels 67-jarige ex-president. De zitting voor de bevestiging van de aanklacht, die gepland stond voor juni 2012, is twee keer uitgesteld. Hoofdaanklaagster Fatou Bensouda uit Gambia begint dinsdag met de presentatie van een deel van haar bewijs aan de Kamer van Vooronderzoek. De rechters, voorgezeten door de Argentijnse Silvia Fernández, besluiten vervolgens of er voldoende aanleiding is voor een proces.