Consument

Mieren als huisdier

„Ze ontsnappen!” Een harde gil, gevolgd door een hoop gekrioel van piepkleine, zwarte kriebelbeestjes. Nooit gedacht dat heel ons gezin nog eens zó zijn best zou doen om een paar mieren te redden.

12 February 2013 16:03Gewijzigd op 15 November 2020 01:55
Mierenkoningin.  Foto RD, Anton Dommerholt
Mierenkoningin. Foto RD, Anton Dommerholt

Mieren in huis. Begint het al te kriebelen? Mieren zijn ongedierte. Worden er mieren gespot, dan moeten ze zo snel mogelijk worden bestreden. Doodtrappen die handel. Of zie ik daar al een mierenlokdoos? Kokend water schijnt ook te helpen.

Toch denkt niet iedereen er zo over. Sterker: een groeiende groep mensen houdt mieren als huisdier. In een formicarium –dat eruitziet als een terrarium– met zand, gips of gel waarin de dieren hun eigen gangenstelsels maken. Een kant-en-klare versie wordt ook wel mierenboerderij genoemd. De eigenaar van de site mierenboerderij.nl, Jan-Peter Oudenampsen (31) uit Apeldoorn, verkoopt soms wel twintig mierenonderkomens in de week. En hij verwacht nog te zullen groeien. „Ik krijg enthousiaste verhalen te horen. Vooral van kinderen. Die laten hun mierenboerderij natuurlijk weer aan andere kinderen zien, die daarna ook mieren willen gaan houden.”

Zelf is hij al van jongs af aan geboeid door de diertjes. „Ging ik vroeger met mijn opa en oma naar het Noorder Dierenpark, dan bleef ik steevast bij de mieren staan. Ik kan me een mier herinneren die een heel blad optilde. Geweldig vond ik dat.”

Hij stopte met vissen houden en startte in z’n oude aquarium een eigen mierenkolonie. Informatie haalde hij van internetforums, maar het materiaal dat hij zocht, was een jaar of vier geleden in Nederland niet te krijgen. Daarom importeerde hij het uit Amerika, waar in iedere dierenwinkel naast een gewone huisdierenafdeling ook een hoek voor insecten is ingericht. Omdat de kosten voor een kleine bestelling relatief hoog waren, kocht hij direct tientallen mierenboerderijen. De exemplaren die hij over had, zette hij op een website te koop. In de weken daarna kreeg hij zonder verder te adverteren bestellingen, binnen een paar maanden was het uitverkocht. „Blijkbaar waren mensen op het web op zoek naar zoiets als dit.”

Op zijn website verkoopt hij inmiddels verschillende soorten kant-en-klare mierenboerderijen, onderkomens met zand, gips en gel (dat gelijk als voedsel dient en bij de NASA is ontwikkeld om mieren mee de ruimte in te kunnen nemen om daar hun gedrag te bestuderen). En hij biedt mierenkolonies en -families aan, die hij opstuurt in een reageerbuisje. Critici, die vooral op de verschillende mierenforums van zich laten horen, vinden het onzinnig dat hij geld vraagt voor iets wat je gewoon in de natuur kunt vinden.

Oudenampsen geeft hen gedeeltelijk gelijk. „De mensen die forums bezoeken vinden het een sport om zelf een mierenkolonie samen te stellen, met zelf gevangen mieren. Maar ik merk dat er ook een grote groep is die dat te veel gedoe vindt. En liever wat geld betaalt, dan zelf mieren te gaan vangen. Probeer maar eens een mierenkoningin te pakken te krijgen. Dat doe je echt niet zomaar. Bovendien haal ik veel mieren uit het buitenland. Die mieren zijn groter en daardoor beter te zien. Juist ook voor kinderen is een boerderij een mooie manier kennis met de natuur te maken.”

Ook mijn kinderen zijn dol op alles wat groeit en bloeit. Dus krijg ik een mierenboerderij mee naar huis. Eentje met gel. En een reageerbuisje met een familie Messor barbarusmieren uit Spanje. Tot grote vreugde van zoon 2, die de dieren koestert alsof het konijnen zijn. Maar dan is de eerste hobbel nog niet genomen. De mieren moeten uit het buisje in hun hok worden geschud. Met wilde taferelen van wegrennende beestjes en een gillende moeder tot gevolg. „Het kan handiger”, geeft Oudenampsen later aan. En dat vermoedde ik al, nadat ik –achteraf natuurlijk– de handleiding las. „Als je het reageerbuisje een poosje in de koelkast legt, neemt de activiteit van de beestjes af. En krioelen ze minder.”

Het blijkt boeiend om de beestjes te volgen. Alleen al de eerste week is er elke dag weer wat nieuws te zien.

Ik ontdek dat de mieren rustiger worden, na de stress die de verhuizing met zich meebracht. Het onrustige heen en weer geloop is gestopt en het lijkt alsof de dieren nu een doel hebben. Welk? Ik heb geen idee.

Op een ochtend ontdek ik opeens witte schilfers in de bak. Is het poep? Of zijn het eitjes? Nee, dat is zonder de koningin niet mogelijk, maar wat is het dan wel? En hoe komt het daar?

Drie dode mieren liggen dicht bij elkaar. Ze zijn door hun soortgenoten op een hoopje geschoven. Het witte ‘manna’ ligt nog steeds her en der verspreid in de bak.

Wauw. De volgende dag zijn al de witte schilfers bij elkaar geveegd. Daar zullen ze vannacht een aardige klus aan gehad hebben. Maar wat willen ze daar nu toch mee?

Een paar dagen later begint het te dagen. Ze zijn hun doden aan het verpakken. Van de schilfers maken ze een soort jas waarin ze de dode dieren wikkelen. De witte bal, met dieren erin, rollen ze naar de zijkant van de bak en werken ze omhoog. Maar dat gebeurde niet toen ik erbij was. Jammer, want ik had graag willen zien hoe ze met elkaar dat enorme gewicht naar boven tilden. De nog levende dieren vinden eindelijk de rust om met hun belangrijkste taak te gaan beginnen: het graven van gangen.

Een aantal weken later laat ik de mierenboerderij nog eens aan Oudenampsen zien. Geboeid kijkt hij naar de witte bal, die inmiddels aan het verteren is. „Dit is voor mij ook nieuw. Het lijkt inderdaad op een begrafenis. Zo valt er altijd weer wat te leren bij het kijken naar mieren.”

www.mierenboerderij.nl


Weetjes

Wat veel mensen nog niet weten over mieren:

  • Voor elk mens op aarde zijn er meer dan 1.500.000 mieren.

  • Mieren zijn enorm sterk. Sommige kunnen tot vijftig keer hun eigen gewicht tillen.

  • Wie in verhouding net zo snel wil zijn als een mier, moet tot 100 kilometer per uur kunnen rennen.

  • Mieren graven tunnels en kamers tot meer dan 5 meter diepte, complete bouwwerken zijn het. Voor een mens zou dat meer dan „ kilometer diep zijn.

  • Mieren in Afrika kruipen soms in de slurf van een olifant. Dat doen ze er bescherming van een specifieke boom waarvan ze afhankelijk zijn. De olifanten lopen door het gekriebel bij de boom weg. Deze mieren houden dus olifanten tegen.

  • Net als in de mensenwereld komt ook bij mieren slavernij voor. Roofmieren roven een ander nest leeg, de mieren worden gedood en de aanwezige larven en eitjes worden naar de eigen kolonie overgebracht. Zodra deze uitkomen, moeten ze de rest van hun leven meewerken in de kolonie van de roofmieren.

Bron: ”Mieren zijn helden”, door Jan-Peter Oudenampsen; € 3,95; gratis bij een bestelling via www.mierenboerderij.nl.


„Ga tot de mier, gij luiaard”

Jan-Peter Oudenampsen gelooft vanuit Spreuken 6:6 dat het bestuderen van de mierenwereld wijs kan maken.

Oudenampsen, evangelisch christen, raakt steeds meer geboeid door het gedrag van mieren, ook met het oog op wat de Bijbel over de dieren zegt. In het boekje ”Mieren zijn helden” dat hij schreef en bij iedere bestelling voegt, haalt hij de Bijbeltekst uit Spreuken aan, waarin staat: „Ga tot de mier, gij luiaard, zie haar wegen en word wijs.” Oudenampsen, die ook workshops over mieren en de Bijbel verzorgt: „Hoe meer je van deze diertjes ziet, hoe meer je ze gaat waarderen. Je kunt echt van ze leren. Een mierenkolonie is een wonder in de natuur.”

Hoe vaker hij naar mieren kijkt, hoe meer hij gelooft dat God in het doen en laten van de mieren vergelijkingen met het Koninkrijk van God heeft gelegd. „Ook al besef ik dat net als bij gelijkenissen de parallellen op een bepaald gebied mank gaan.”

  • Al bij de start van een mierenkolonie ziet hij zo’n parallel. „Het mannetje paart in de lucht met een koningin en valt daarna dood neer. Door het sterven van één Man kan er nieuw leven komen.”

  • De koningin graaft na de bevruchting een kuil in de grond en verstopt zich daarin om larven voort te brengen. Ze zal daar nooit meer uitkomen. Net als het zaad dat in de aarde valt en moet sterven voordat er nieuwe vruchten komen.

  • Een werkmier heeft twee magen. Eén maag waar hij het voedsel weer uit naar boven kan brengen. En één maag voor zichzelf. Als er in de kolonie behoeft is aan eten, zal de mier altijd eerst het eten in de eerste maag opslaan én weer weggeven. Ook al zal hij daardoor zelf verhongeren. „Dat is een mooi beeld van hoe het in Gods gemeente zou moeten gaan. Als iedereen gericht op de ander zou leven, zou niemand gebrek hebben.”


Bijsluiter

Het Landelijk Informatie Centrum Gezelschapsdieren (LICG) heeft geen bijsluiter over de mier op zijn website staan, zoals dat bij veel andere dieren wel het geval is. „Maar het aantal bijsluiters blijft wel groeien, en wellicht zal er in de toekomst ook een mierenbijsluiter komen.”

Mieren kunnen in principe goed als huisdier gehouden worden, zegt het LICG. „Het zijn leuke dieren om bezig te zien, ze zijn zeer actief en men kan genieten van het observeren van hun gedrag.”

Er zijn wel wat aandachtspunten waarop het LICG wil wijzen.

1. Het soort mier dat gehouden wordt. Er zijn duizenden soorten mieren wereldwijd en er zijn mensen die juist de exotischer varianten willen houden. Er bestaan echter mieren die behoorlijk invasief kunnen zijn. Zij kunnen bij ontsnapping echt plagen vormen en zouden daarom beter niet gehouden moeten worden. Ook kunnen ze de lokale mieren verdringen (faunavervalsing).

2. Sommige tropische soorten kunnen venijnig bijten of steken en sommige soorten zijn zelfs giftig.

3. Mieren kunnen (gevaarlijke) parasieten bij zich dragen. Zo zijn er mierensoorten die bijvoorbeeld lintwormen hebben. Deze parasieten kunnen overgedragen worden op andere dieren.

4. Het kan een behoorlijke uitdaging zijn om een echt goed mierenverblijf op te zetten waarin de mieren goed gedijen. Het verblijf moet ontsnappingen voorkomen en de mieren houden niet van te veel licht. De miereneigenaar zou de nestplaats juist lichtdicht moeten afsluiten en alleen af en toe kijken. Sommige mensen kopen gelbakken, maar die zijn niet geschikt om er een mierenkolonie in op te laten groeien.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer