De terreurverdachte lijdt volgens deskundigen aan een posttraumatisch stresssyndroom en hij is depressief. Volgens advocaat André Seebregts zou K. niet uitgeleverd kunnen worden als hij niet in de VS wordt behandeld. De landsadvocaat zei dat K. zonder toezegging van de Amerikanen niet wordt uitgeleverd.

Hij stelde dat die toezegging er nog niet is, omdat K. tot nog toe heeft geweigerd toestemming te geven het dossier over zijn behandeling in Nederland aan de Amerikanen toe te sturen. Dat zou K. pas willen als deze kortgedingrechter een uitlevering heeft goedgekeurd.

De Verenigde Staten willen K. vervolgen voor het beramen van aanslagen voor terreurorganisatie al-Qaeda van de inmiddels gedode leider Osama bin Laden. In de voorlopige aanklacht die nog niet openbaar is gemaakt, staat dat K. volgens de Amerikanen in 2010 een plan heeft gesmeed voor een zelfmoordaanslag op een Amerikaanse basis in Afghanistan.

Enkele jaren daarvoor zou hij met handlangers in de buurt van het kamp mortiergranaten hebben verstopt voor een aanval. K. is volgens de Amerikanen in september 2007 met medestrijders de grens van Pakistan naar Afghanistan zijn overgestoken om de moordplannen in daden om te zetten. Hij zou dat hebben gedaan in de provincie Kunar in Afghanistan, waar al veel Amerikaanse militairen zijn gedood. K. heeft zich nooit uitgelaten over die beschuldigingen.

K. werd in Pakistan opgepakt en vastgezet. Hij zegt toen te zijn gemarteld. De Amerikanen zouden daarvan op de hoogte zijn geweest en ook dat zou een reden zijn dat K. niet mag worden uitgeleverd. Maar concrete aanwijzingen zijn er voor die Amerikaanse betrokkenheid niet, vindt Opstelten. En dus zou dat een uitlevering niet in de weg kunnen staan.

De rechter doet op 26 februari uitspraak.