„EU moet zelf belasting heffen”
De financiering van de Europese Unie moet helemaal op de schop, concluderen twee Zweedse onderzoekers. Per Molander en Allan Gustafsson noemen het huidige systeem, waarbij lidstaten geld moeten afdragen aan Brussel en waarbij bij unanimiteit een meerjarenbegroting wordt opgesteld, achterhaald.
Molander en Gustafsson zeggen dat de EU zelf 1 of 2 procent van de BTW die in de hele Unie wordt betaald, moet innen. Vervolgens moet het europarlement een maximum stellen aan de begroting en dus aan de heffing, dat van jaar tot jaar bekeken wordt. Parlementariërs die in de loop van het jaar financiële wensen op tafel leggen, moeten er meteen bij vertellen waar ze dat geld vandaan denken te halen binnen dezelfde begroting.
Molander klaagde woensdag bij de presentatie in Brussel van het onderzoek ”Coming of age”, dat het hele beleid van de Unie momenteel muurvast zit door een combinatie van afhankelijkheid van de lidstaten en van unanimiteit. „De EU zou niet als een klein kind zakgeld moeten krijgen, maar recht moeten hebben op eigen inkomsten”, zei hij.
Hij verwerpt de jongste voorstellen die in Brussel circuleren, waarbij landen die veel meer geld aan Brussel afdragen dan ze ontvangen (zoals Nederland) een korting zouden krijgen. Gewoon BTW heffen en eerlijk op alle kassabonnetjes printen hoeveel er naar Brussel gaat, zonder te letten op nettobetalers of netto-ontvangers, is zijn pleidooi. De EU zou ook geen maximum moeten vastleggen in haar langetermijnbegroting.
Het is niet gezegd dat de Unie dan meer geld gaat uitgeven. De onderzoekers gaan ervan uit dat in de nieuwe methodiek drastisch gesnoeid wordt in zaken als landbouw en regionale steun, die samen 80 procent van het budget opslokken. Momenteel is dat onbespreekbaar doordat lidstaten zich met hand en tand verzetten tegen aantasting van ’hun’ subsidies. Molander noemt een gemeenschappelijke defensie en meer infrastructuur als onderwerpen waar juist meer geld naartoe kan.
Op termijn ziet hij de EU groeien naar een soort federale staat waarin het europarlement veel te zeggen krijgt en de lidstaten een soort senaat vormen. Elk land, klein of groot, krijgt daarin één stem. Molander erkent dat dat nog toekomstmuziek is. „Dat duurt misschien wel honderd jaar.”