Bach en Corelli - de ‘nieuwe’ triosonate
Triosonates waren in de zeventiende en achttiende eeuw erg populair. Componisten schreven veel stukken voor twee melodiestemmen en bas. Merkwaardig genoeg waren bij de triosonate vaak geen drie, maar vier spelers betrokken – de bas werd dan uitgevoerd door cello én klavecimbel.
Johann Sebastian Bach veranderde deze praktijk: hij ontwikkelde het klavecimbel tot een volwassen solo-instrument, dat niet alleen melodieën kon spelen maar ook een van de solopartijen kon overnemen. Toetsenist Richard Egarr en violist Shunské Sato pleiten voor deze ‘nieuwe’ triosonate met een programma dat ze op 15 februari uitvoeren in de Prinsekerk in Rotterdam, en later elders in Nederland.
Shunské Sato won onlangs de publieksprijs van het Internationaal Johann Sebastian Bach Concours in Leipzig. Hij geldt als veelbelovende barokviolist van de nieuwe generatie. Richard Egarr is behalve dirigent ook bespeler van diverse toetsinstrumenten.
Het programma is:
Arcangelo Corelli (1653-1713)
Sonate in D op.5 nr.1
Sonate in g op.5 nr.5
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
uit Das Wohltemperierte Klavier:
- Preludium en Fuga in f, BWV 857
Preludium en Fuga in E, BWV 878
Sonate nr.5 in f, BWV 1018
Sonate nr.3 in E, BWV 1016
Meer informatie: www.bachvereniging.nl