Joodse gastheer dr. M. van Campen wijst op regels voor rustdag
„Jullie mogen veel meer op de zondag”, constateerde zijn Joodse gastheer. „Maar houden jullie dan nog wel een rustdag over?” In De Hervormde Vrouw (uitgave van de Bond van Hervormde Vrouwenverenigingen) schrijft dr. M. van Campen over ”rustdag en regels”.
„Tijdens een reis naar Israël werd ik uitgenodigd om in een orthodox joods gezin de sabbat mee te vieren. Op vrijdagavond meldde ik me op het aangegeven adres en werd daar vriendelijk ontvangen. Met de heer des huizes bezocht ik de dienst in de synagoge, waarin het aanbreken van de sabbat centraal stond. De rustdag werd begroet als de koningin onder de dagen en uiteraard werd ook Psalm 92 gelezen. Bij thuiskomst stond het sabbatsmaal gereed. De moeder had de sabbatskaarsen aangestoken en de tafel was feestelijk gedekt. Joodse vrouwen maken het zich voor het sabbatsmaal niet gemakkelijk („laten we maar volstaan met soep en een broodje”). Integendeel, op gewone dagen wordt zuinig aan gedaan om op de sabbat iets extra’s op tafel te kunnen zetten.
Na de maaltijd vroeg ik of ik gebruik mocht maken van het toilet. Natuurlijk werd dat toegestaan, maar de gastheer voegde er wel aan toe dat ik het licht in het toilet moest laten branden. Ineens realiseerde ik me, dat dit een van de 39 mitswot (geboden en verboden) voor de rustdag is. Energie maken is dan niet toegestaan. Later op de avond kwam de joodse gastheer erop terug. Hij zei: „Jullie vinden die regels van ons maar een beetje wettisch, is het niet? Jullie mogen veel meer op de zondag: huiswerk maken, bezoekjes afleggen, surfen op het wereldwijde web enz. Maar houden jullie dan nog wel een rustdag over? Of is de zondag precies eender als de andere dagen geworden?”
Teruglopend naar ons hotel had ik heel wat stof om over na te denken.”