Dat heeft minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) vrijdag geschreven aan de Tweede Kamer. CDA-Kamerlid Omtzigt had hem enkele weken geleden om een reactie op de ranglijst verzocht.

De bewindsman noemt de ranglijst een „nuttig instrument om een indruk te krijgen van de mate waarin christenen wereldwijd met vervolging te maken hebben.”

Hij vindt het „zorgwekkend” dat de vervolging van christenen in een groot aantal Afrikaanse landen lijkt te zijn toegenomen. Anderzijds laat de lijst volgens hem zien dat de situatie in bijvoorbeeld China, waar volgens Open Doors het aantal huiszoekingen en arrestaties van christenen is afgenomen, licht zou zijn verbeterd.

Het kabinet, stelt Timmermans, onderschrijft een „inclusieve mensenrechtenbenadering.” Daarbij wordt per regio en per land gekeken naar het respect voor specifieke individuele mensenrechten, waaronder bijvoorbeeld de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.

De ranglijst van Open Doors besteedt exclusief aandacht aan de schending van mensenrechten van de leden van één specifieke groep, schrijft de minister. „Het feit dat christenen in grote delen van de wereld worden vervolgd heeft niet noodzakelijkerwijs, of uitsluitend, te maken met hun religieuze identiteit. De ranglijst kan daarom niet zonder meer worden gezien als lijst van landen waar de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging onder druk staat.”

Daarnaast, stelt Timmermans, „is het van belang te voorkomen dat het uitzonderen van één bepaalde groep, in dit geval christenen, een beroep op de universaliteit van mensenrechten onderuit zou kunnen halen. Nederland benadrukt daarom graag dat mensenrechten overal, voor iedereen en altijd gelden.”

In zijn brief beschrijft hij verder hoe het kabinet in de tien landen die boven aan de ranglijst christenvervolging staan, in de achterliggende tijd is opgekomen voor godsdienstvrijheid en andere mensenrechten.

Zie ook:

Vervolging christenen neemt toe, vooral in Afrika

Vervolging christenen neemt niet af in toekomst